Studeren


Studeertijd

Studeer bij voorkeur op vaste studietijden met op den duur gewenning aan drie kwartier of een uur studie per keer. Conditioneel raak je hieraan gemakkelijk gewend en is het een fijne invulling van tijd.

Vorderingen

Vorderingen zijn meestal niet direct waarneembaar maar wel een paar dagen later en zeker na langere periode. Studeer met vertrouwen in jezelf. De gedachte dat je het niet zou kunnen verslint energie. Je hoeft je voor niemand waar te maken, een gevoel zoals een kind dat kan hebben.

Genieten

Geniet in de eerste plaats van muziek. Geniet van het moment dat je studeert en richt een fijne studieruimte in. Luister naar jezelf, neem je klarinetspel eens op en beluister klarinet CD's van beroemde klarinettisten. Gebruik de "3 Tempi Play Along" CD's van uitgeverij Dowani. 3 Dowani uitgaven van Carl Baermann opus 63

Klarinetles

Thuis studeren is een weerspiegeling van de klarinetles. Een duidelijke structuur van studieonderwerpen wordt op de les behandeld en voorgedaan om vervolgens thuis nagedaan en aangeleerd te worden. Begin daarom kort na de les al te studeren, de voorgedane oefeningen zitten dan nog vers in het geheugen. Maak aantekeningen met potlood in de les, dat helpt.

Zelfstandig studeren

Door op den duur zelf klarinetproblemen te signaleren, te isoleren en op te lossen door basisoefeningen word je zelfstandig in het studeren. Je hebt dan het inzicht technische problemen met de juiste techniekstudie de baas te kunnen, dwz de bijzaken van de hoofdzaken scheiden, je laat afleidende klarinettechniek weg waardoor je je geheel op het probleem kunt richten.

Mooie toon

Bij het studeren is het produceren van een mooie klarinettoon ons uitgangspunt. Luister goed naar jezelf en blijf altijd naar een expressieve mooie klank verlangen, zelfs tijdens moeilijke technische passages. Corrigeer indien nodig je riet, embouchure of ademhaling.

Automatiseren

Het menselijk leren van een muziekinstrument berust op het feit dat de mens in staat is bewegingen steeds genuanceerder uit te kunnen voeren en daardoor zich eigen te maken. Dit is een verfijningsproces van globale bewegings- tot complexe bewegingsvaardigheden. Dit proces gaat niet vanzelf, het ontwikkelen van vaardigheden op je klarinet is gebaseerd op herhaling en variatie van oefeningen. Hierdoor worden automatismen aangeleerd. Met één of twee keer door spelen van een hele etude of voordrachtstuk treedt het effect van automatiseren nauwelijks op.

Studeer gericht

Maak een goede balans tussen techniekstudie en speelstudie, splits je studietijd daarvoor iedere dag in twee deze periodes.

1. In de techniekstudie periode studeer je van eenvoudig naar gecompliceerd basisoefeningen. Een basisoefening is een gerichte training van één specifieke klarinettechniek. Sluit andere klarinettechnieken zoveel mogelijk uit. Richt je door middel van herhaling (in variatievormen) op die ene techniekhandeling om hem tot een automatisme aan te leren.

2. In de speelstudie periode ontwikkel je muzikale vaardigheden. Je plaatst aangeleerde klarinettechniek in een groter verband. Je brengt zo je technische bagage in de praktijk en richt je alleen op de ontwikkeling van muzikale vaardigheden. Doel is het notenschrift vorm te geven als een expressief verhaal, het karakter van de muziek tot uiting te laten komen.

Vaak leren klarinettisten hun klarinetvaardigheden met spelen in een orkest of door etudes en repertoirestukken van het begin naar het einde door te spelen. De verlangde klarinettechniek is vaak lastig en blijft op deze manier te beperkt en slordig. Het alleen doorspelen van stukken wordt niet ondersteund door techniekstudie van basisoefeningen. Technische beperkingen blijven hierdoor een belemmering vormen voor het toepassen en ontwikkelen van je muzikale vaardigheden. Voel je muzikaal vrij door overwonnen klarinettechniek.

Maak voor jezelf duidelijk onderscheid in welke periode, techniekstudie of speelstudie je studeert door je studietijd in te delen. Teveel speelstudie leidt tot een tekort aan klarinettechniek, teveel techniekstudie leidt tot vlak, onmuzikaal klarinetspel.

Techniekstudie in de praktijk

Inhoud basisoefeningen:

1. in te spelen, warm blazen

2. je lichaamshouding corrigeren

3. klank training

4. dynamiek training

5. automatiseren van een specifieke combinatie bewegingen door de vingers

6. snelheid en regelmaat training

7. uithoudingsvermogen training

8.

Het resultaat van basisoefeningen:

1. je klarinettechniek wordt vele malen betrouwbaarder

2. overwonnen klarinettechniek geeft vrijheid aan je muzikale expressie

3. je bouwt als klarinettist hiermee een zelfverzekerd gevoel op.

Studeer van eenvoudig naar gecompliceerd basisoefeningen zoals:

een klankoefening. klank-oefening

een lastige grepencombinatie korte oefening

toonsoortoefening van reeksen noten. toonladder, drieklank- of vierklankoefening

gemarkeerde lastige fragmenten uit etudes en voordrachtstukken Beschouw en studeer ze als een basisoefening om een specifieke klarinettechniek te leren beheersen. fragmentoefening

Varieer basisoefeningen vanuit verschillende invalshoeken:

1. Ritme-variatie. Download en print ritme variaties op 8 en 6 tonen. variaties op 8 en variaties op 6.

2. Articulatie-variaties. Articulatie-variaties.

3. Variatie in dynamische verschillen (speel een oefening bijvoorbeeld ook eens heel zacht)

4. Zing in plaats van speel de oefening eens om te herkennen en te vergelijken hoe de muziek natuurlijk klinkt.

Speelstudie in de praktijk

Studeer om het muziekaal te laten klinken

Tijdens speelstudie staat het voordracht van het muziekmaken cetraal. Je bent musicus op de eerste plaats en klarinettist op de tweede plaats. Klarinettechnieken staan in dienst van de muziek. Ons doel is om het notenschrift vorm te geven als een expressief verhaal, om het karakter van de muziek te laten horen. Technische problemen die je onderweg tegen komt teken je in de partij aan om ze in korte fragmenten als basisoefening apart te studeren tijdens techniekstudie. Je wordt teveel met technische klarinetproblemen geconfronteerd als je uitsluitend voordrachtstukken en etudes doorspeelt, nooit fragmentarische techniekstudie toepast.

Globale indeling van de dagelijkse studietijd

Begin je klarinetstudie iedere dag met techniekstudie door basisoefeningen uit een klarinetmethode te studeren.

Na een paar jaar klarinetstudie zijn de basisoefeningen uit de methode Op. 63 van Carl Baermann aan te raden. Studeer daarna etudes en voordrachtstukken door techniekstudie en speelstudie af te wisselen.

Studievolgorde:

1. Klankoefeningen, klank oefeningen

2. Korte fragment oefeningen, korte fragment oefeningen

3. Toonladderoefeningen, toonladder oefeningen

4. Korte fragmenten uit etudes en voordrachtstukken fragmentoefening

5. Ontdek en pas muzikale opbouw, interpretatie en karakter van etudes en klarinetrepertoire toe met speelstudie en wissel dat af met techniekstudie van korte fragmenten. Afwisseling toepassing van voordracht en fragmentoefening.

Technische onderdelen van het klarinetspel worden eerst aangeleerd met basisoefeningen. Muzikale interpretatie is dan nog niet aan de orde. Het doel van de techniekstudie is om tot in perfectie aan één lastig technisch klarinetonderdeel te werken tot we de oefening beheersen. We gebruiken de techniekstudie tevens om in te spelen en om onze lichaamshouding te corrigeren.

Daarna studeer je etudes en voordrachtstukken afwisselend als speelstudie en als techniekstudie. Studeer op muzikaliteit en markeer en signaleer technische problemen als kort fragment in je partij om ze in de als basisoefeningen van eenvoudig naar gecompliceerd door middel van variatie in ritme en articulatie te studeren. zie fragmentoefening zie studieschema automatiseren korte fragmenten

Wissel techniekstudie en speelstudie af, maar doe het bewust en zoek de balans ter voorkoming van inefficiënt studeren.

Haperingen

Kies bij de basisoefeningen een tempo (snelheid van de puls) waarin geen haperingen optreden. Een tempo waarbij chaos ontstaat werkt averechts. Kies dan een langzamer tempo waarbij controle van de bewegingen mogelijk is zodat het beoogde resultaat bereikt wordt. Beheersing van klarinettechniek gaat niet over één nacht ijs. Uitgangspunt is dat de toehoorder niet mag horen dat de klarinet een moeilijk te bespelen instrument is. De klank mag niet te lijden hebben van gebrekkige techniek.

Creatieve houding correcties

Met creatieve kleine veranderingen zoals plaatsing van de vingers of spanning van de spieren lukt de oefening vaak beter. Door het juiste, niet te snelle tempo te kiezen geef je jezelf de ruimte om kleine correcties toe te kunnen passen en ben je bezig een goede reeks van bewegingen in je motorische geheugen op te slaan.

Conditie van de vingers

Door een herhalende oefening iets langer vol te houden, je grens in duur te verleggen ontstaat er opbouw van je conditie. Neem pas een sneller tempo als een oefening zonder haperingen naar tevredenheid verloopt.

Studeer met aandacht

Gedachtenloos op routine spelen tijdens het studeren is een verkeerd uitgangspunt. Het wordt dan tijd het studeren te onderbreken.

De les

Techniekstudie van basisoefeningen zullen niet altijd volledig overhoord kunnen worden in de klarinetles. Uitleg van de basisoefeningen vooraf aan de studie is vooral in het begin noodzakelijk. Als je de oefeningen op den duur zelfstandig doet is de uitleg ervan ook niet meer nodig.

Fysieke correctie

Voor een optimaal resultaat corrigeer je de adem, embouchure en houding van vingers, handen, armen en lichaam tijdens je techniekstudie tijdens basisoefeningen. Door herhaling automatiseer je ook deze fysieke onderdelen van het klarinetspel.

Uitvoering, concert

Speel in de dagen voor een uitvoering je stukken met of zonder (piano)begeleiding in zijn geheel door. Dit hoort ook tot de speelstudie. Wissel dit dan weer af met techniekstudie door de technische lastige passages weer langzaam en met ritme-variaties te studeren. Je zult merken dat je er dan mentaal "boven kunt gaan staan". Klankoefeningen en toonladderoefeningen zijn in de dagen vlak voor een uitvoering belangrijk. Het geeft je een zekere soepelheid in klank en techniek.

Methodes staan centraal

Een uitgebreide Methode, geschreven voor Klarinet vormt de rode draad voor je studie. Hiermee ontwikkel je chronologisch je klarinettechniek met doelgerichte basisoefeningen uit de etudes, toonladders en drie/vierklanken en andere oefeningen die opgeschreven staan in de Methode. Het behandelt in oplopende moeilijkheidsgraad je klarinettechniek. Ter aanvulling op een Methode gebruik je losse etudeboeken, ieder met hun eigen specialiteit en voordrachtstukken die qua niveau aansluiten.

Goede voorbeelden van klarinetmethodes zijn:

1. De 3-delige methode "Die fröhliche Klarinette" van Rudolf Mauz.

2. James Collis. Modern Course deel 1 t/m 6

3. Henk Tromp, Klarinet leren spelen deel 1 t/m 3

4. De Methode van de 21e eeuw van Frank Glaser

5. Elementarschule für Klarinetten, Peters 2417 van Friedrich Demnitz

6. Neue klarinetten Schule, Willy Schneider, band 1 en 2

7. Jan van Beekum Intrada, Divertimento en Virtuosa

8. "Clarinettissimo" Band 1 en 2 van Rudolf Mauz.

9. Carl Baermann opus 63 en 64

10. Paul Jeanjean Etudes progressives et melodiques, deel 1-2

11. Klarinet-literatuur lijsten van niveau 1 t/m 6

Studie niveau

Belangrijk is dat je verschillende methodes en etudes van hetzelfde niveau na elkaar studeert. Hiermee studeer je in de breedte en hoef je niet altijd op je tenen te lopen. Materiaal wat nog te moeilijk is overzie je niet en frustreert. Vaak laat ik de leerling na het eerste deel van een methode het eerste deel van een andere methode studeren. Vooral als jonge leerlingen fysiek nog moeite hebben is dit een oplossing. Ze beginnen als het ware weer fris opnieuw en als het echt te makkelijk is laat ik ze de oefeningen een toon hoger transponeren. Zo kun je de leerling na één jaar les Intrada van Jan van Beekum laten oefenen en het makkelijke begin uit het boek een toon hoger laat transponeren. Ook bij Elementarschule für Klarinetten, Peters 2417 van Friedrich Demnitz laat ik het makkelijke begin een toon hoger transponeren om toch dat gedeelte nuttig te gebruiken.

Met het zeer afwisselende aanbod aan klarinetboeken met piano, CD, duetten of etudeboeken kan er naar gelang wat bij de leerling past verder in de breedte gewerkt worden. Zie hiervoor: Klarinet-literatuur lijsten van niveau 1 t/m 6

In het eerste en tweede lesjaar studeren mijn leerlingen de boeken "Kids play easy solo van Fons van Gorp" en "Very easy Swop van Fons van Gorp" eerst uit het boek en daarna uit het hoofd om het auditieve element te stimuleren. De noten uit deze boeken zijn nog heel elementair waardoor er geen fysieke belemmeringen zijn.

De Methode van Baermann

Om een goede basis klarinettechniek aan te leren is er voor de wat gevorderde klarinettist(e) de 150 jaar oude, maar nog steeds actuele complete klarinet methode in verschillende delen van Carl Baermann. Carl Baermann Op. 63 en 64. In 1999 kocht ik deze methode in Amsterdam 2e hands en vanaf die tijd heb ik er verschillende leerlingen en mijzelf mee weten te stimuleren het klarinetspel op een hoger plan te brengen. Vooral ook door de Dowani 3 tempi Play Along. 3 Dowani uitgaven van Carl Baermann opus 63 Het is jammer dat de dynamische tekens ontbreken in de Dowani uitgaven maar de Fischer uitgave neem je er gewoon bij. De methode voorziet in het apart aanleren van technieken door speciale oefeningen en toonladders. Daarnaast zijn er de voordrachtetuden met pianobegeleiding om verschillende klarinettechnieken tot één muzikaal geheel te vormen (op deze site te horen).

Uitdaging

Een praktische uitleg van de voordrachtetudes en basisoefeningen uit de methode Opus 63 en 64 van Baermann is te lezen op deze site Carl Baermann Op. 63 en 64. Het trainen van je klarinettechniek uit de methode wordt vooral een uitdaging door "van eenvoudig naar gecompliceerd" ritmische en andere variatie toe te passen. Ontdek je vorderingen hierdoor en pluk er de vruchten van.

Carl Baermann opus 63. :

1. Carl Fischer: Third Division, Het Toonladderboek en 1st and 2nd Divisions Combine. 1st and 2nd Divisions Combine Johann André: Edition 502C Het Toonladderboek en Edition 502B Edition 502B

2.

(De Carl Fischer en Johann André uitgaven bevatten dezelfde inhoud, Carl Fischer uitgave is het beste gedrukt en nog te koop)

Studeer de basisoefeningen in het week-studie-schema met ritmische en andere variaties.

Schema's

Om in de praktijk de basisoefeningen gestructureerd te studeren heb ik week-studie-schema's samengesteld. Je kunt het studietempo in het schema veranderen door de oefenstof van één week standaard te verlengen tot twee weken of zelfs een maand. Belangrijk is dat je gestructureerd en veel herhalend studeert daarvoor is het schema gemaakt. Begin gerust ook eens opnieuw in het schema.

Je kunt deze week-studie-schema's hieronder vinden of in het linken-menu hiernaast rechts op deze pagina. Pas zoveel mogelijk ritme en andere variaties toe bij deze in de studie-schema's. De variaties zijn ook rechts in het linken-menu van deze pagina te vinden. Voor hulp bij de studie kun je contact met mij opnemen.

Studeer klankoefeningen door in de verschillende registers van je klarinet lange tonen te spelen met overgangsdynamiek en intervallen.

Gebruik hiervoor het Toonladderboek van Carl Baermann opus 63

(uitgave Fischer; 3th division) als handleiding. De Fischer uitgave is duidelijk gedrukt.

De oefeningen staan allen genoteerd in zestiende noten. Beschouw iedere zestiende noot als een lange toon als je ze als klankoefening studeert.

Overgangs dynamiek met intervalsprong van een sext of oktaaf.

Maak een crescendo op een eerste lange toon (bijvoorbeeld vier langzame tellen), een legato overgang op het sterkste moment naar de volgende toon gevolgd door een diminuendo. Studeer de lange tonen met verschillende intervallen (sext of oktaaf) zowel omhoog als naar beneden.

Het week-studie-schema kun je downloaden in het menu.

Studeer klankoefeningen door een gedeelte uit de sextentoonladders of de oktaventoonladders van het toonladderboek te kiezen:

1. No.9 uitgave Fischer 3th division blz 39 t/m 45. Sexten-bindingen:

2. No.10 uitgave Fischer 3th division blz 46 en 47. Oktaaf-bindingen:

Uitersten

Zoek naar uitersten in dynamiek en lengte van de toon. Streef naar een zeer geleidelijke constante dynamiek verandering en let op constante zuiverheid bij veranderende dynamiek. Begin de toon bijna onhoorbaar zacht, met of zonder tong en op het moment dat jij bepaalt. Verleg je grenzen door er soms overheen te gaan, het soms lelijk te laten worden, dan weet je waar je grenzen liggen. Luister vooral naar je eigen klank, verbeter die door de toon nogmaals te spelen. Oefen zo aan het begin van je studie iedere dag een gedeelte van de hierboven genoemde nummers uit het toonladderboek.

Spannende toon

Laat de lange tonen expressief klinken, met een spanning, een richting naar de volgende toon. Maak een Poco à Poco crescendo door je adem tijdens de gehele duur van de toon te versnellen. Een te snelle dynamische verandering wordt een effect, is niet expressief en houdt de spanning niet vast. Een vlakke toon, zonder dynamiek, klinkt saai en doods. Zoek naar de constante geleidelijkheid, een subtiele spanningsopbouw die expressief is, die de aandacht opeist.

Gave binding

Een gaaf gebonden interval (vooral de grote interval) is klarinettechnisch een lastig onderdeel. Als je vingers niet tegelijk neerkomen of als er een gat tussen de twee gebonden tonen zit hoor je dat direct. De belangrijke 3 klarinettechnische aandachtspunten waar je aan moet werken om bindingen goed te laten lukken zijn:

9. Adem

10. Embouchure

11. Stand van de vingers/hand

Essentieel om deze punten te verbeteren is:

4. De luchtstroom niet te verminderen of te onderbreken, maar eerder iets te versnellen tijdens de binding (neem risico tijdens studeren).

5. De onderkaak en onderlip niet te veel tegen het riet te drukken, het riet trilt dan minder vrij waardoor de volgende toon niet goed aanspreekt.

6. Vingers dicht bij de kleppen en toongaten te houden. Door kleine variatie in plaatsing van vingers kun je al vooruitgang boeken. In dit langzame tempo moet je deze controle van de vingers afdwingen. Kijk hiervoor in de spiegel.

Maar 6 of 8 tonen oefenen.....

Iedereen kan zijn of haar vingers ongecontroleerd snel bewegen. Om controle te krijgen over snelle bewegingen van bepaalde grepencombinaties doen we techniekstudie met korte oefeningen van maar 6 of 8 tonen.

Door herhaling van deze 6 of 8 tonen en er ritme-variatie (6 of 8 tonen) op toe te passen, worden bewegingen gestructureerd in het geheugen van de hersenen opgenomen met het volgende resultaat:

3. je automatiseert bewegingen van bepaalde grepencombinaties

4. je traint de conditie en stevigheid van de vingers

5. je controleert en past de houding aan van lichaam/armen/handen/vingers.

De oefeningen zijn te vinden in de methode van Carl Baermann opus 63 onder No. 6, 17, 29 en 51 in verschillende uitgaven:

12. 2nd division uitgave Fischer (aanbevolen)

13. edition 502b uitgave Johann André

7. Voor gevorderden zijn deze oefeningen ook te vinden op pagina 190 edition 502c/e opus 63 (alleen uitgave Johann André).

8. Een beperkt aantal noten oefen je ook door herhaling en variatie tijdens techniekstudie van problemen met technische passages die zich voordoen in een voordrachtstuken, etudes of orkeststudies.

Om deze Korte Oefeningen gestructureerd te studeren heb ik ze gerangschikt in het Studie-schema van week 1 t/m 91 (zie de linken in het menu van deze pagina). Ze staan in het Studie-schema als "Short Exercises" genoteerd.

Ons doel is de bewuste grepencombinaties steeds langer, sneller en zonder na te denken vol te kunnen houden onder voorwaarde van behoud van regelmaat, mooie klank en vloeiende overgang van de ene naar de andere toon in het legatospel.

Korte oefeningen, hoe werkt het...........

Een korte oefening bestaat dus meestal uit 6 of 8 tonen.

Door zo'n oefening te studeren ontwikkel je de fijne motoriek, de hersenen worden door deze techniekstudie geactiveerd om bewegingen automatisch uit te gaan voeren waardoor je tijdens het spelen van deze grepen-combinaties niet meer hoeft na te denken over de grepen en houding.

Door automatisering van de grepencombinaties is het mogelijk geworden om andere activiteiten tegelijkertijd erbij te doen.

Voordat je bepaalde bewegingen automatisch kunt uitvoeren dienen een aantal stadia doorlopen te worden:

De oefening van een grepencombinatie moet in het eerste stadium zodanig langzaam uitgevoerd worden dat het mogelijk is bewust te zijn van alle nodige spierspanning, van alle bewegingen en snelheid van die bewegingen en dat je controle hebt over houding en plaatsing van je lichaam/armen/handen/vingers. Maak in dit stadium een gedetailleerde voorstelling van datgene waarmee je bezig bent door het tempo zeer laag te houden.

In het tweede stadium beheers je globaal de grepencombinatie. Je oog hoeft nu niet meer op iedere individuele noot te vallen om foutloos te spelen en je hoeft ook niet meer tot in detail na te denken over aspecten zoals goede houding van lichaam/armen/handen/vingers. Het tempo kan nu opgevoerd worden, je gedachten richten zich enkel op de essentiele onderdelen. Verval je in oude houdings fouten, ga dan terug naar het eerste stadium. In dit tweede studie-stadium pas je de verschillende ritme en articulatie variaties toe ritme-variaties 8 tonen ; ritme-variaties 6 ; articulatie-variaties Door deze ritme variaties wordt ervoor gezorgd dat bepaalde bewegingen binnen de korte oefening sneller moeten worden uitgevoerd en juist andere bewegingen binnen de korte oefening in hetzelfde langzamere tempo blijven. Hierdoor heb je steeds een prikkelende periode en een herstel periode in één oefening. Herhaal de 8 of 6 tonen van de oefening in het gekozen ritme of articulatie variant tot je adem op is. Neem een korte pauze en doe dit nog eens drie of vier keer. Je voelt de spieren in je vingers moe worden. Speel de oefening geconcentreerd, uit je hoofd, zonder haperingen en verleg je grenzen: hoelang kan ik zonder fouten spelen, kan ik het een dag later ook in een iets sneller tempo zolang volhouden. Gebruik een metronoom om je tempo vast te leggen. Door varaties in ritme en articulatie te studeren benader je dezelfde grepencombinaties steeds vanuit een andere invalshoeken wat het latere automatiseringsproces bevordert.

In het derde stadium kan de oefening van de grepencombinatie geautomatiseerd uitgevoerd worden, de bewegingen gaan haast vanzelf en controle van het oog is bijna niet meer nodig. Speel, loop door je kamer, herhaal de oefening en denk aan iets anders, iets leuks, vakantie? Wat blijkt: je kunt naast deze oefening nog een andere activiteit doen. Er komt ruimte om aandacht te besteden aan een mooie toon, aan muziek te maken.

In het vierde studie-stadium train je het uithoudingsvermogen van de spieren van de vingers nog verder. Maak de vingers echt moe. Maak slappe vingers krachtiger maar speel niet krampachtig. Maak de vingers nog onafhankelijker van elkaar. Maak een automatisme van gecorrigeerde houdingen van lichaam/armen/handen /vingers.

Doorloop de 4 bovengenoemde stadia voor elke Korte Oefening opnieuw iedere dag en bij haperingen. Je merkt dat je de stadia dan steeds korter kunt doorlopen.

Het week-studie-schema kun je downloaden in het menu. b.v. studie-schema week 1 t/m 14. om de Korte oefeningen in de praktijk gestructureerd te studeren.

Gebruik een metronoom om je tempo vast te leggen en te noteren. Studeer niet van hak op de tak maar studeer steeds gerichte oefeningen, houd daarvoor het Studie-schema aan. Begin in dat Studie-schema na bijvoorbeeld 7 weken gerust weer eens vooraan bij week 1. Het is geen wedstrijd om dat schema zo snel mogelijk af te krijgen.

Sommige mensen bewegen onbewust op teveel momenten met hun klarinet. Ze volgen de grotere muzikale lijnen teweinig. Door toepassing van variatie in ritme (8 of 6 tonen) worden zwaartepunten verlegd waardoor negatief afleidende bewegingen van het lichaam worden geminimaliseerd.

Alle ritme-variaties voor oefeningen met 8 of 6 tonen.

Download en gebruik deze ritmevariaties bij het boek opus 63 deel 502b (uitgave André) of 2nd edition (uitgave Fischer, aanbevolen)

Het is handig iedere regel uit de Korte Oefeningen van Baermann te nummeren.

De Korte Oefeningen zijn te vinden in de methode van Carl Baermann opus 63 deel 502b (uitgave André) of 2nd edition (uitgave Fischer, aanbevolen):

Inhoud

nr. 6 nr. 17 nr. 29 nr. 51

pagina 190 opus 63 deel 502c/e (alleen uitgave André)

Klank en Legato in Korte Oefeningen

Bij studie van de Korte Oefeningen is het behoud van een mooie klank en vloeiend legato belangrijk. Als een bepaalde toon door een verkeerde techniek niet aanspreekt, stagneert dat het snel achter elkaar spelen van tonen omdat de volgende toon te laat aanspreekt. De belangrijke 3 technische klarinet onderdelen waar je altijd aan moet werken zijn: adem, embouchure en stand van de vingers/hand. Juist tijdens de Korte Oefeningen kun je de goede houding van je vingers en hand trainen en automatiseren door de steeds herhalende bewegingen.

Keuze van tempo In Minimal Klarinet Oefeningen

Kies bij haperingen altijd een langzamer tempo waarbij controle van de bewegingen mogelijk is zodat het beoogde resultaat bereikt wordt. Kies een nieuw, langzamer tempo als je met de volgende oefening start. Noteer je succes-metronoomcijfer zodat je de volgende keer vanaf dat cijfer kunt starten.

30633

Door toonladderstudie wordt je klarinettechniek sterk verbeterd. Er is een manier deze studie aantrekkelijk voor je te maken: ga het beroemde toonladderboek van Baermann studeren en pas variaties toe op de oefeningen die erin staan. Je boekt dan de volgende resultaten:

6. Je leert echt snel klarinet te spelen in alle registers.

7. Je leert de juiste tonen te spelen en te herkennen die bij alle verschillende toonladders drieklanken en vierklanken horen.

8. Je leert in een constante puls een wisselend aantal tonen regelmatig te spelen, het gevoel voor ritmiek en regelmaat.

9. Je leert uit je hoofd te spelen.

10. Je leert te articuleren.

11. Je leert staccato.

12. Je leert over de hele omvang van je klarinet te spelen. Elke dag wordt je geconfronteerd met hoge tonen. Ze worden zo doende een gewoonte voor je.

13. Je leert het gevoel te krijgen voor aanpassing van embouchure in alle registers en daarmee de zuiverheid te zoeken.

14. Je leert wennen aan het wisselen tussen de verschillende toonsoorten.

15. Je leert het verband tussen toonladders, drieklanken of vierklanken binnen een toonsoort. Je krijgt het gevoel van samenhang tussen tonen.

16. Je leert en automatiseert vaste patronen uit toonsoorten die je ook tegenkomt in etudes en voordrachtstukken.

Toepassing toonladderoefeningen

Toonladder-, drie- en vierklank-fragmenten komen veelvuldig in etudes en voordrachtstukken voor. Door toonladder-, drie- en vierklanken te studeren/te automatiseren heb je deze techniek direct paraat. Dit vormt de basis voor het snel spelen en reageren. Je bouwt door die studie een bagage van klarinetvaardigheden op die je nodig hebt om een vrij gevoel te krijgen tijdens je klarinetspel. Het geeft je de gelegenheid je meer op de muzikale expressie te richten als je etudes en voordrachtstukken speelt. Bovendien ontneemt het bezit van toonladder-, drie- en vierklank vaardigheden je stress bij optredens.

Het beroemde Toonladderboek

Ook Carl Baermann was overtuigd van het nut van studie van toonladder-, drie- en vierklanktechnieken en schreef daarom het beroemdste toonladderboek ooit voor klarinettisten, opus 63 edition 502C/E (uitgave André) of ook een andere uitgave zoals 3th division (uitgave Fischer, aanbevolen) of de uitgebreide Hofmeister uitgave.

Saaie toonladders......

Voor de meeste klarinettisten lijkt het studeren van toonladders een saaie bezigheid. Ze zien het nut er niet van in, beginnen er wel aan maar houden het niet lang vol doordat er geen studie-structuur aan gegeven wordt. Klarinettisten hebben in tegenstelling tot bijvoorbeeld strijkers geen traditie op dit gebied. Buig die tegenzin om naar een gevoel van uitdaging. Bestudeer op de goede manier het toonladderboek van Baermann door het de duidelijke structuur van studeren te geven en ritmische variatie van de oefeningen toe te passen. Houd dat een paar jaar vol en profiteer van de voordelen. Als je eenmaal gewend bent is het heus geen straf er iedere dag aan te studeren. Goede coaching van je docent zou een geweldige stimulans en eigenlijk noodzaak zijn.

Opbouw Toonladderboek

14. No.1 van het toonladderboek is een toonladder-oefening en drieklank-oefening in alle voorkomende toonsoorten.

15. No.2 is weer een andere oefening ook in alle opeenvolgende toonsoorten

16. enz.

Het is niet praktisch en aantrekkelijk om het toonladderboek vanaf het begin tot het einde in pagina-volgorde te bestuderen.

Voorstel:

9. Gebruik de onderaan deze pagina afgebeelde week-studie-schema's (klik, download en print) lopende vanaf week 1 tot en met week 90. Of klik hierop.

10. Pas bij iedere oefening in het week-studie-schema zoveel mogelijk verschillende ritmische en articulatie en andere variaties toe. Bekijk hiervoor onderaan deze pagina de Inhoud van het Toonladderboek die ik gemaakt heb (klik, download en print). Of klik hierop.

11. Als je 30 weken per jaar werkt aan deze techniekstudie ben je drie jaar bezig het studieschema te voltooien. Je kunt er bijvoorbeeld ook voor kiezen de oefenstof van een week langer te laten duren: 2 weken of een maand... logischerwijs vermeervoudigd dan de totale tijd die dan nodig zult hebben om het gehele Toonladderboek door te werken.

Ritmische variatie

Ritmische variatie op één toonladder- of drieklankoefening zorgt ervoor dat dezelfde klarinet-techniek van verschillende kanten benaderd wordt. Dit werkt zeer positief op de coördinatie van hersens en spieren.

Uit je hoofd

Als je de toonladderoefeningen uit het boek een aantal keren gezien en gespeeld hebt, is het de bedoeling ze uit het hoofd te spelen, je wordt dan niet afgeleid door het notenschrift en kunt dan makkelijker de ritmische variaties toepassen. Neem de oefeningen niet letterlijk uit het toonladderboek: als de "hoogste" toon bijvoorbeeld nog niet goed gaat, speel die dan nog niet.

Metronoom

De metronoom is bij deze oefeningen een onmisbaar apparaat. Noteer het metronoomcijfer waarin je variaties op een bepaald moment kunt spelen. Door boven de oefening het metronoomgetal en de datum te noteren kun je jezelf op een later tijdstip verbeteren door een hoger cijfer te kiezen. Zorg ervoor dat je de goede tempi neemt waarin je in alle registers van de klarinet zonder haperingen kunt spelen. Noem regelmatig notennamen op. Speel de oefeningen zonder te blazen, vooral boven C3 is dat nuttig.

Maak ritme-variaties door verschillende aantallen tonen te kiezen in een vaste puls (bv kwartnoot=60)

Deze ritmische varaties zijn alleen toepasbaar bij toonladders waaronder ook de chromatische toonladder en niet bij de drie- en vierklanken. zie de foto Door het tempo van de puls (de tel) constant te houden en het aantal tonen in die puls telkens op te voeren, moeten de tonen sneller achter elkaar gespeeld worden. Je krijgt gevoel voor verschillende aantallen tonen op één tel (b.v. achtsten, triolen, zestienden, quintolen, sextolen enz.). Er is dus sprake van een strakke opbouw in trapsgewijze snelheid van de tonen. Praktisch is om de hoogste toon slechts enkel te spelen. Gevoel voor puls en ritme is meestal een achtergebleven element van het muciseren in vergelijking met de beheersing van andere onderdelen van het muziek maken. Deze oefening van constante tel met wisselend aantallen gekozen noten in die tel, is de basis voor het toepassen van puls en ritme. Tijdens de techniek-studie kan het gevoel hiervoor op deze manier geautomatiseerd worden.

Nog meer variatie

Maak dynamische verschillen (speel bijvoorbeeld ook eens heel zacht). Verdubbel (tot zelfs drie of vier keer) één enkele toon, om uithoudingsvermogen van de tong te trainen als staccato oefening.

Beginnende Klarinet leerlingen

In de methode "Die fröhliche Klarinette" deel 1 t/m 3 wordt er al uitgebreid aandacht geschonken aan toonladderstudie, zo raak je er op jonge leeftijd al aan gewend.

Weekschema's

voor studeren uit Baermann's Klarinetten Schule:

Maak aantekeningen in Baermann's toonladderboek zoals datum, soort variatie en cijfer van metronoom.

Speel alle No. uit het toonladderboek uit je hoofd, speel niet letterlijk wat in het boek staat, als het maar logisch klinkt in die toonsoort. Neem dus met het uit je hoofd spelen een bepaalde vrijheid en gebruik de oefeningen als leidraad en controle.

Speel over de gehele omvang van je instrument (wat qua hoogte binnen je mogelijkheden ligt) door in een toonladder naar een hoge toon toe te spelen en vervolgens af te dalen naar de laagste toon op je klarinet waarna weer een kort stukje omhoog naar de tonica om daarop te eindigen.

Voor toepassingen van variaties is het praktischer de hoogst gekozen toon in de toonladderoefeningen No. 1 enkel te spelen. Zo komt een doorgaande lijn tot stand.

Inhoud

Baermann´s Toonladderboek (met alle mogelijke variatie-voorbeelden):

Toonladders No. 1 Begin en eindig de oefeningen op de tonica (de grondtoon van een toonsoort).

Lang gebroken drieklanken No. 1

Kort gebroken drieklanken No. 2

Gebroken drieklanken No.4½

Gebroken toonladders No. 4

Omkerende toonladders No. 5½

Chromatische toonladders No. 1 Begin en eindig de oefeningen op de tonica (de grondtoon van een toonsoort).

Lang gebroken verminderde septiem akkoorden No. 3

Lang gebroken septiem akkoorden No. 6

Kort gebroken septiem akkoorden No. 6

Tertsen toonladders No. 8

Sexten toonladders No. 9

Oktaven oefeningen No. 10

Kort gebroken verminderde septiem akkoorden No. 3

Gebroken verminderde septiem akkoorden No. 5

Droge nuttige oefening voor de coördinatie van hersens en spieren.

Leg je hand neer met gebogen vingers. Geef jezelf steeds opdrachten om 2 (of 3) willekeurig vingers tegelijk op te tillen. Doe dit zowel met linker als met rechter hand.

Studeren

Studietijd

Studeer bij voorkeur op vaste studietijden met op den duur gewenning aan drie kwartier of een uur studie per keer. Conditioneel raak je hieraan gemakkelijk gewend en is het een fijne invulling van tijd.

Vorderingen

Vorderingen zijn meestal niet direct waarneembaar maar wel een paar dagen later en zeker na langere periode. Studeer met vertrouwen in jezelf. De gedachte dat je het niet zou kunnen verslint energie. Je hoeft je voor niemand waar te maken, een gevoel zoals een kind dat kan hebben.

Genieten

Geniet in de eerste plaats van muziek. Geniet van het moment dat je studeert en richt een fijne studieruimte in. Luister naar jezelf, neem je klarinetspel eens op en beluister klarinet CD's van beroemde klarinettisten. Gebruik de "3 Tempi Play Along" CD's van uitgeverij Dowani.

3 Dowani uitgaven van Carl Baermann opus 63

Klarinetles

Thuis studeren is een weerspiegeling van de klarinetles. Een duidelijke structuur van studieonderwerpen wordt op de les behandeld en voorgedaan om vervolgens thuis nagedaan en aangeleerd te worden. Begin daarom kort na de les al te studeren, de voorgedane oefeningen zitten dan nog vers in het geheugen. Maak aantekeningen met potlood in de les, dat helpt.

Zelfstandig studeren

Door op den duur zelf klarinetproblemen te signaleren, te isoleren en op te lossen door basisoefeningen word je zelfstandig in het studeren. Je hebt dan het inzicht technische problemen met de juiste techniekstudie de baas te kunnen, dwz de bijzaken van de hoofdzaken scheiden, je laat afleidende klarinettechniek weg waardoor je je geheel op het probleem kunt richten.

Mooie toon

Bij het studeren is het produceren van een mooie klarinettoon ons uitgangspunt. Luister goed naar jezelf en blijf altijd naar een expressieve mooie klank verlangen, zelfs tijdens moeilijke technische passages. Corrigeer indien nodig je riet, embouchure of ademhaling.

Automatiseren

Het leren van een muziekinstrument berust op het feit dat de mens in staat is bewegingen steeds genuanceerder uit te kunnen voeren en daardoor zich eigen te maken. Dit is een verfijningsproces van globale bewegings- tot complexe bewegingsvaardigheden. Dit proces gaat niet vanzelf, het ontwikkelen van vaardigheden op je klarinet is gebaseerd op herhaling en variatie van oefeningen. Hierdoor worden automatismen aangeleerd. Met één of twee keer door spelen van een hele etude of voordrachtstuk treedt het effect van automatiseren nauwelijks op.

Studeer gericht

Maak een goede balans tussen techniek-studie en speelstudie, splits je studietijd daarvoor iedere dag in twee deze periodes.

  1. Tijdens techniekstudie periode studeer je van eenvoudig naar gecompliceerd basisoefeningen. Een basisoefening is een gerichte training van één specifieke klarinettechniek. Sluit andere klarinettechnieken zoveel mogelijk uit. Richt je door middel van herhaling (in variatievormen) op die ene techniek handeling om deze tot een automatisme aan te leren.

  2. In de speelstudie periode ontwikkel je muzikale vaardigheden. Je plaatst aangeleerde klarinettechniek in een groter verband. Je brengt zo je technische bagage in de praktijk en richt je alleen op de ontwikkeling van muzikale vaardigheden. Doel is het notenschrift vorm te geven als een expressief verhaal, het karakter van de muziek tot uiting te laten komen.

Meestal leren klarinettisten hun klarinetvaardigheden met spelen in een orkest of door etudes en repertoirestukken. De verlangde klarinettechniek is vaak lastig. Ondersteun deze techniekstudie met basisoefeningen. Voel je muzikaal vrijer door overwonnen klarinettechniek.Maak door je studietijd in te delen tijdens het studeren duidelijk onderscheid tussen techniekstudie of speelstudie.

Carl Baermann Methode Opus 63

Gebruik deze bladzijde voor dynamiek- legato-toonoefeningen.

Speel de 2 tonen een paar keer om jezelf te verbeteren en zoek naar uitersten.

Techniekstudie in de praktijk

Inhoud basisoefeningen:

  1. inspelen, warm blazen

  2. lichaamshouding corrigeren

  3. klank training

  4. dynamiek training

  5. automatiseren van een specifieke combinatie bewegingen door de vingers

  6. snelheid en regelmaat training

  7. uithoudingsvermogen training

CarlBaermann Methode Opus 63

Techniek Oefeningen

Het resultaat van basisoefeningen:

1. je klarinettechniek wordt vele malen betrouwbaarder

2. overwonnen klarinettechniek geeft vrijheid aan je muzikale expressie

3. je bouwt als klarinettist hiermee een zelfverzekerd gevoel op.

Studeer van eenvoudig naar gecompliceerd basisoefeningen zoals:

een klankoefening. klank-oefening

een lastige grepencombinatie korte oefening

toonsoortoefening van reeksen noten. toonladder, drieklank- of vierklankoefening

gemarkeerde lastige fragmenten uit etudes en voordrachtstukken Beschouw en studeer ze als een basisoefening om een specifieke klarinettechniek te leren beheersen. fragmentoefening

Varieer basisoefeningen vanuit verschillende invalshoeken:

1. Ritme-variatie. Download en print ritme variaties op 8 en 6 tonen. variaties op 8 en variaties op 6.

2. Articulatie-variaties. Articulatie-variaties.

3. Variatie in dynamische verschillen (speel een oefening bijvoorbeeld ook eens heel zacht)

4. Zing in plaats van speel de oefening eens om te herkennen en te vergelijken hoe de muziek natuurlijk klinkt.

Speelstudie in de praktijk

Studeer om het muziekaal te laten klinken

Tijdens speelstudie staat het voordracht van het muziekmaken centraal. Je bent musicus op de eerste plaats en klarinettist op de tweede plaats. Klarinettechnieken staan in dienst van de muziek. Ons doel is om het notenschrift vorm te geven als een expressief verhaal, om het karakter van de muziek te laten horen. Technische problemen die je onderweg tegen komt teken je in de partij aan om ze in korte fragmenten als basisoefening apart te studeren tijdens techniekstudie. Je wordt teveel met technische klarinetproblemen geconfronteerd als je uitsluitend voordrachtstukken en etudes doorspeelt, nooit fragmentarische techniekstudie toepast.

Globale indeling van de dagelijkse studietijd

Begin je klarinetstudie iedere dag met techniekstudie door basisoefeningen uit een klarinetmethode te studeren.

Na een paar jaar klarinetstudie zijn de basisoefeningen uit de methode Op. 63 van Carl Baermann aan te raden. Studeer daarna etudes en voordrachtstukken door techniekstudie en speelstudie af te wisselen.

Studievolgorde:

1. Klankoefeningen, klank oefeningen

2. Korte fragment oefeningen, korte fragment oefeningen

3. Toonladderoefeningen, toonladder oefeningen

4. Korte fragmenten uit etudes en voordrachtstukken fragmentoefening

5. Ontdek en pas muzikale opbouw, interpretatie en karakter van etudes en klarinetrepertoire toe met speelstudie en wissel dat af met techniekstudie van korte fragmenten. Afwisseling toepassing van voordracht en fragmentoefening.

Technische onderdelen van het klarinetspel worden eerst aangeleerd met basisoefeningen. Muzikale interpretatie is dan nog niet aan de orde. Het doel van de techniekstudie is om tot in perfectie aan één lastig technisch klarinetonderdeel te werken tot we de oefening beheersen. We gebruiken de techniekstudie tevens om in te spelen en om onze lichaamshouding te corrigeren.

Daarna studeer je etudes en voordrachtstukken afwisselend als speelstudie en als techniekstudie. Studeer op muzikaliteit en markeer en signaleer technische problemen als kort fragment in je partij om ze in de als basisoefeningen van eenvoudig naar gecompliceerd door middel van variatie in ritme en articulatie te studeren. zie fragmentoefening zie studieschema automatiseren korte fragmenten

Wissel techniekstudie en speelstudie af, maar doe het bewust en zoek de balans ter voorkoming van inefficiënt studeren.

Haperingen

Kies bij de basisoefeningen een tempo (snelheid van de puls) waarin geen haperingen optreden. Een tempo waarbij chaos ontstaat werkt averechts. Kies dan een langzamer tempo waarbij controle van de bewegingen mogelijk is zodat het beoogde resultaat bereikt wordt. Beheersing van klarinettechniek gaat niet over één nacht ijs. Uitgangspunt is dat de toehoorder niet mag horen dat de klarinet een moeilijk te bespelen instrument is. De klank mag niet te lijden hebben van gebrekkige techniek.

Creatieve houding correcties

Met creatieve kleine veranderingen zoals plaatsing van de vingers of spanning van de spieren lukt de oefening vaak beter. Door het juiste, niet te snelle tempo te kiezen geef je jezelf de ruimte om kleine correcties toe te kunnen passen en ben je bezig een goede reeks van bewegingen in je motorische geheugen op te slaan.

Conditie van de vingers

Door een herhalende oefening iets langer vol te houden, je grens in duur te verleggen ontstaat er opbouw van je conditie. Neem pas een sneller tempo als een oefening zonder haperingen naar tevredenheid verloopt.

Studeer met aandacht

Gedachtenloos op routine spelen tijdens het studeren is een verkeerd uitgangspunt. Het wordt dan tijd het studeren te onderbreken.

De les

Techniekstudie van basisoefeningen zullen niet altijd volledig overhoord kunnen worden in de klarinetles. Uitleg van de basisoefeningen vooraf aan de studie is vooral in het begin noodzakelijk. Als je de oefeningen op den duur zelfstandig doet is de uitleg ervan ook niet meer nodig.

Fysieke correctie

Voor een optimaal resultaat corrigeer je de adem, embouchure en houding van vingers, handen, armen en lichaam tijdens je techniekstudie tijdens basisoefeningen. Door herhaling automatiseer je ook deze fysieke onderdelen van het klarinetspel.

Uitvoering, concert

Speel in de dagen voor een uitvoering je stukken met of zonder (piano)begeleiding in zijn geheel door. Dit hoort ook tot de speelstudie. Wissel dit dan weer af met techniekstudie door de technische lastige passages weer langzaam en met ritme-variaties te studeren. Je zult merken dat je er dan mentaal "boven kunt gaan staan". Klankoefeningen en toonladderoefeningen zijn in de dagen vlak voor een uitvoering belangrijk. Het geeft je een zekere soepelheid in klank en techniek.

Methodes staan centraal

Een uitgebreide Methode, geschreven voor Klarinet vormt de rode draad voor je studie. Hiermee ontwikkel je chronologisch je klarinettechniek met doelgerichte basisoefeningen uit de etudes, toonladders en drie/vierklanken en andere oefeningen die opgeschreven staan in de Methode. Het behandelt in oplopende moeilijkheidsgraad je klarinettechniek. Ter aanvulling op een Methode gebruik je losse etudeboeken, ieder met hun eigen specialiteit en voordrachtstukken die qua niveau aansluiten.

Goede voorbeelden van klarinetmethodes zijn:

1. De 3-delige methode "Die fröhliche Klarinette" van Rudolf Mauz.

2. James Collis. Modern Course deel 1 t/m 6

3. Henk Tromp, Klarinet leren spelen deel 1 t/m 3

4. De Methode van de 21e eeuw van Frank Glaser

5. Elementarschule für Klarinetten, Peters 2417 van Friedrich Demnitz

6. Neue klarinetten Schule, Willy Schneider, band 1 en 2

7. Jan van Beekum Intrada, Divertimento en Virtuosa

8. "Clarinettissimo" Band 1 en 2 van Rudolf Mauz.

9. Carl Baermann opus 63 en 64

10. Paul Jeanjean Etudes progressives et melodiques, deel 1-2

11. Klarinet-literatuur lijsten van niveau 1 t/m 6

Studie niveau

Belangrijk is dat je verschillende methodes en etudes van hetzelfde niveau na elkaar studeert. Hiermee studeer je in de breedte en hoef je niet altijd op je tenen te lopen. Materiaal wat nog te moeilijk is overzie je niet en frustreert. Vaak laat ik de leerling na het eerste deel van een methode het eerste deel van een andere methode studeren. Vooral als jonge leerlingen fysiek nog moeite hebben is dit een oplossing. Ze beginnen als het ware weer fris opnieuw en als het echt te makkelijk is laat ik ze de oefeningen een toon hoger transponeren. Zo kun je de leerling na één jaar les Intrada van Jan van Beekum laten oefenen en het makkelijke begin uit het boek een toon hoger laat transponeren. Ook bij Elementarschule für Klarinetten, Peters 2417 van Friedrich Demnitz laat ik het makkelijke begin een toon hoger transponeren om toch dat gedeelte nuttig te gebruiken.

Met het zeer afwisselende aanbod aan klarinetboeken met piano, CD, duetten of etudeboeken kan er naar gelang wat bij de leerling past verder in de breedte gewerkt worden. Zie hiervoor: Klarinet-literatuur lijsten van niveau 1 t/m 6

In het eerste en tweede lesjaar studeren mijn leerlingen de boeken "Kids play easy solo van Fons van Gorp" en "Very easy Swop van Fons van Gorp" eerst uit het boek en daarna uit het hoofd om het auditieve element te stimuleren. De noten uit deze boeken zijn nog heel elementair waardoor er geen fysieke belemmeringen zijn.

De Methode van Baermann

Om een goede basis klarinettechniek aan te leren is er voor de wat gevorderde klarinettist(e) de 150 jaar oude, maar nog steeds actuele complete klarinet methode in verschillende delen van Carl Baermann. Carl Baermann Op. 63 en 64. In 1999 kocht ik deze methode in Amsterdam 2e hands en vanaf die tijd heb ik er verschillende leerlingen en mijzelf mee weten te stimuleren het klarinetspel op een hoger plan te brengen. Vooral ook door de Dowani 3 tempi Play Along. 3 Dowani uitgaven van Carl Baermann opus 63 Het is jammer dat de dynamische tekens ontbreken in de Dowani uitgaven maar de Fischer uitgave neem je er gewoon bij. De methode voorziet in het apart aanleren van technieken door speciale oefeningen en toonladders. Daarnaast zijn er de voordrachtetuden met pianobegeleiding om verschillende klarinettechnieken tot één muzikaal geheel te vormen (op deze site te horen).

Uitdaging

Een praktische uitleg van de voordrachtetudes en basisoefeningen uit de methode Opus 63 en 64 van Baermann is te lezen op deze site Carl Baermann Op. 63 en 64. Het trainen van je klarinettechniek uit de methode wordt vooral een uitdaging door "van eenvoudig naar gecompliceerd" ritmische en andere variatie toe te passen. Ontdek je vorderingen hierdoor en pluk er de vruchten van.

Carl Baermann opus 63. :

1. Carl Fischer: Third Division, Het Toonladderboek en 1st and 2nd Divisions Combine. 1st and 2nd Divisions Combine Johann André: Edition 502C Het Toonladderboek en Edition 502B Edition 502B

2.

(De Carl Fischer en Johann André uitgaven bevatten dezelfde inhoud, Carl Fischer uitgave is het beste gedrukt en nog te koop)

Studeer de basisoefeningen in het week-studie-schema met ritmische en andere variaties.

Schema's

Om in de praktijk de basisoefeningen gestructureerd te studeren heb ik week-studie-schema's samengesteld. Je kunt het studietempo in het schema veranderen door de oefenstof van één week standaard te verlengen tot twee weken of zelfs een maand. Belangrijk is dat je gestructureerd en veel herhalend studeert daarvoor is het schema gemaakt. Begin gerust ook eens opnieuw in het schema.

Je kunt deze week-studie-schema's hieronder vinden of in het linken-menu hiernaast rechts op deze pagina. Pas zoveel mogelijk ritme en andere variaties toe bij deze in de studie-schema's. De variaties zijn ook rechts in het linken-menu van deze pagina te vinden. Voor hulp bij de studie kun je contact met mij opnemen.

Studeer klankoefeningen door in de verschillende registers van je klarinet lange tonen te spelen met overgangsdynamiek en intervallen.

Gebruik hiervoor het Toonladderboek van Carl Baermann opus 63

(uitgave Fischer; 3th division) als handleiding. De Fischer uitgave is duidelijk gedrukt.

De oefeningen staan allen genoteerd in zestiende noten. Beschouw iedere zestiende noot als een lange toon als je ze als klankoefening studeert.

Overgangs dynamiek met intervalsprong van een sext of oktaaf.

Maak een crescendo op een eerste lange toon (bijvoorbeeld vier langzame tellen), een legato overgang op het sterkste moment naar de volgende toon gevolgd door een diminuendo. Studeer de lange tonen met verschillende intervallen (sext of oktaaf) zowel omhoog als naar beneden.

Het week-studie-schema kun je downloaden in het menu.

Studeer klankoefeningen door een gedeelte uit de sextentoonladders of de oktaventoonladders van het toonladderboek te kiezen:

1. No.9 uitgave Fischer 3th division blz 39 t/m 45. Sexten-bindingen:

2. No.10 uitgave Fischer 3th division blz 46 en 47. Oktaaf-bindingen:

Uitersten

Zoek naar uitersten in dynamiek en lengte van de toon. Streef naar een zeer geleidelijke constante dynamiek verandering en let op constante zuiverheid bij veranderende dynamiek. Begin de toon bijna onhoorbaar zacht, met of zonder tong en op het moment dat jij bepaalt. Verleg je grenzen door er soms overheen te gaan, het soms lelijk te laten worden, dan weet je waar je grenzen liggen. Luister vooral naar je eigen klank, verbeter die door de toon nogmaals te spelen. Oefen zo aan het begin van je studie iedere dag een gedeelte van de hierboven genoemde nummers uit het toonladderboek.

Spannende toon

Laat de lange tonen expressief klinken, met een spanning, een richting naar de volgende toon. Maak een Poco à Poco crescendo door je adem tijdens de gehele duur van de toon te versnellen. Een te snelle dynamische verandering wordt een effect, is niet expressief en houdt de spanning niet vast. Een vlakke toon, zonder dynamiek, klinkt saai en doods. Zoek naar de constante geleidelijkheid, een subtiele spanningsopbouw die expressief is, die de aandacht opeist.

Gave binding

Een gaaf gebonden interval (vooral de grote interval) is klarinettechnisch een lastig onderdeel. Als je vingers niet tegelijk neerkomen of als er een gat tussen de twee gebonden tonen zit hoor je dat direct. De belangrijke 3 klarinettechnische aandachtspunten waar je aan moet werken om bindingen goed te laten lukken zijn:

9. Adem

10. Embouchure

11. Stand van de vingers/hand

Essentieel om deze punten te verbeteren is:

4. De luchtstroom niet te verminderen of te onderbreken, maar eerder iets te versnellen tijdens de binding (neem risico tijdens studeren).

5. De onderkaak en onderlip niet te veel tegen het riet te drukken, het riet trilt dan minder vrij waardoor de volgende toon niet goed aanspreekt.

6. Vingers dicht bij de kleppen en toongaten te houden. Door kleine variatie in plaatsing van vingers kun je al vooruitgang boeken. In dit langzame tempo moet je deze controle van de vingers afdwingen. Kijk hiervoor in de spiegel.

Maar 6 of 8 tonen oefenen.....

Iedereen kan zijn of haar vingers ongecontroleerd snel bewegen. Om controle te krijgen over snelle bewegingen van bepaalde grepencombinaties doen we techniekstudie met korte oefeningen van maar 6 of 8 tonen.

Door herhaling van deze 6 of 8 tonen en er ritme-variatie (6 of 8 tonen) op toe te passen, worden bewegingen gestructureerd in het geheugen van de hersenen opgenomen met het volgende resultaat:

3. je automatiseert bewegingen van bepaalde grepencombinaties

4. je traint de conditie en stevigheid van de vingers

5. je controleert en past de houding aan van lichaam/armen/handen/vingers.

De oefeningen zijn te vinden in de methode van Carl Baermann opus 63 onder No. 6, 17, 29 en 51 in verschillende uitgaven:

12. 2nd division uitgave Fischer (aanbevolen)

13. edition 502b uitgave Johann André

7. Voor gevorderden zijn deze oefeningen ook te vinden op pagina 190 edition 502c/e opus 63 (alleen uitgave Johann André).

8. Een beperkt aantal noten oefen je ook door herhaling en variatie tijdens techniekstudie van problemen met technische passages die zich voordoen in een voordrachtstuken, etudes of orkeststudies.

Om deze Korte Oefeningen gestructureerd te studeren heb ik ze gerangschikt in het Studie-schema van week 1 t/m 91 (zie de linken in het menu van deze pagina). Ze staan in het Studie-schema als "Short Exercises" genoteerd.

Ons doel is de bewuste grepencombinaties steeds langer, sneller en zonder na te denken vol te kunnen houden onder voorwaarde van behoud van regelmaat, mooie klank en vloeiende overgang van de ene naar de andere toon in het legatospel.

Korte oefeningen, hoe werkt het...........

Een korte oefening bestaat dus meestal uit 6 of 8 tonen.

Door zo'n oefening te studeren ontwikkel je de fijne motoriek, de hersenen worden door deze techniekstudie geactiveerd om bewegingen automatisch uit te gaan voeren waardoor je tijdens het spelen van deze grepen-combinaties niet meer hoeft na te denken over de grepen en houding.

Door automatisering van de grepencombinaties is het mogelijk geworden om andere activiteiten tegelijkertijd erbij te doen.

Voordat je bepaalde bewegingen automatisch kunt uitvoeren dienen een aantal stadia doorlopen te worden:

De oefening van een grepencombinatie moet in het eerste stadium zodanig langzaam uitgevoerd worden dat het mogelijk is bewust te zijn van alle nodige spierspanning, van alle bewegingen en snelheid van die bewegingen en dat je controle hebt over houding en plaatsing van je lichaam/armen/handen/vingers. Maak in dit stadium een gedetailleerde voorstelling van datgene waarmee je bezig bent door het tempo zeer laag te houden.

In het tweede stadium beheers je globaal de grepencombinatie. Je oog hoeft nu niet meer op iedere individuele noot te vallen om foutloos te spelen en je hoeft ook niet meer tot in detail na te denken over aspecten zoals goede houding van lichaam/armen/handen/vingers. Het tempo kan nu opgevoerd worden, je gedachten richten zich enkel op de essentiele onderdelen. Verval je in oude houdings fouten, ga dan terug naar het eerste stadium. In dit tweede studie-stadium pas je de verschillende ritme en articulatie variaties toe ritme-variaties 8 tonen ; ritme-variaties 6 ; articulatie-variaties Door deze ritme variaties wordt ervoor gezorgd dat bepaalde bewegingen binnen de korte oefening sneller moeten worden uitgevoerd en juist andere bewegingen binnen de korte oefening in hetzelfde langzamere tempo blijven. Hierdoor heb je steeds een prikkelende periode en een herstel periode in één oefening. Herhaal de 8 of 6 tonen van de oefening in het gekozen ritme of articulatie variant tot je adem op is. Neem een korte pauze en doe dit nog eens drie of vier keer. Je voelt de spieren in je vingers moe worden. Speel de oefening geconcentreerd, uit je hoofd, zonder haperingen en verleg je grenzen: hoelang kan ik zonder fouten spelen, kan ik het een dag later ook in een iets sneller tempo zolang volhouden. Gebruik een metronoom om je tempo vast te leggen. Door varaties in ritme en articulatie te studeren benader je dezelfde grepencombinaties steeds vanuit een andere invalshoeken wat het latere automatiseringsproces bevordert.

In het derde stadium kan de oefening van de grepencombinatie geautomatiseerd uitgevoerd worden, de bewegingen gaan haast vanzelf en controle van het oog is bijna niet meer nodig. Speel, loop door je kamer, herhaal de oefening en denk aan iets anders, iets leuks, vakantie? Wat blijkt: je kunt naast deze oefening nog een andere activiteit doen. Er komt ruimte om aandacht te besteden aan een mooie toon, aan muziek te maken.

In het vierde studie-stadium train je het uithoudingsvermogen van de spieren van de vingers nog verder. Maak de vingers echt moe. Maak slappe vingers krachtiger maar speel niet krampachtig. Maak de vingers nog onafhankelijker van elkaar. Maak een automatisme van gecorrigeerde houdingen van lichaam/armen/handen /vingers.

Doorloop de 4 bovengenoemde stadia voor elke Korte Oefening opnieuw iedere dag en bij haperingen. Je merkt dat je de stadia dan steeds korter kunt doorlopen.

Het week-studie-schema kun je downloaden in het menu. b.v. studie-schema week 1 t/m 14. om de Korte oefeningen in de praktijk gestructureerd te studeren.

Gebruik een metronoom om je tempo vast te leggen en te noteren. Studeer niet van hak op de tak maar studeer steeds gerichte oefeningen, houd daarvoor het Studie-schema aan. Begin in dat Studie-schema na bijvoorbeeld 7 weken gerust weer eens vooraan bij week 1. Het is geen wedstrijd om dat schema zo snel mogelijk af te krijgen.

Sommige mensen bewegen onbewust op teveel momenten met hun klarinet. Ze volgen de grotere muzikale lijnen teweinig. Door toepassing van variatie in ritme (8 of 6 tonen) worden zwaartepunten verlegd waardoor negatief afleidende bewegingen van het lichaam worden geminimaliseerd.

Alle ritme-variaties voor oefeningen met 8 of 6 tonen.

Download en gebruik deze ritmevariaties bij het boek opus 63 deel 502b (uitgave André) of 2nd edition (uitgave Fischer, aanbevolen)

Het is handig iedere regel uit de Korte Oefeningen van Baermann te nummeren.

De Korte Oefeningen zijn te vinden in de methode van Carl Baermann opus 63 deel 502b (uitgave André) of 2nd edition (uitgave Fischer, aanbevolen):

Inhoud

nr. 6 nr. 17 nr. 29 nr. 51

pagina 190 opus 63 deel 502c/e (alleen uitgave André)

Klank en Legato in Korte Oefeningen

Bij studie van de Korte Oefeningen is het behoud van een mooie klank en vloeiend legato belangrijk. Als een bepaalde toon door een verkeerde techniek niet aanspreekt, stagneert dat het snel achter elkaar spelen van tonen omdat de volgende toon te laat aanspreekt. De belangrijke 3 technische klarinet onderdelen waar je altijd aan moet werken zijn: adem, embouchure en stand van de vingers/hand. Juist tijdens de Korte Oefeningen kun je de goede houding van je vingers en hand trainen en automatiseren door de steeds herhalende bewegingen.

Keuze van tempo In Minimal Klarinet Oefeningen

Kies bij haperingen altijd een langzamer tempo waarbij controle van de bewegingen mogelijk is zodat het beoogde resultaat bereikt wordt. Kies een nieuw, langzamer tempo als je met de volgende oefening start. Noteer je succes-metronoomcijfer zodat je de volgende keer vanaf dat cijfer kunt starten.

30633

Door toonladderstudie wordt je klarinettechniek sterk verbeterd. Er is een manier deze studie aantrekkelijk voor je te maken: ga het beroemde toonladderboek van Baermann studeren en pas variaties toe op de oefeningen die erin staan. Je boekt dan de volgende resultaten:

6. Je leert echt snel klarinet te spelen in alle registers.

7. Je leert de juiste tonen te spelen en te herkennen die bij alle verschillende toonladders drieklanken en vierklanken horen.

8. Je leert in een constante puls een wisselend aantal tonen regelmatig te spelen, het gevoel voor ritmiek en regelmaat.

9. Je leert uit je hoofd te spelen.

10. Je leert te articuleren.

11. Je leert staccato.

12. Je leert over de hele omvang van je klarinet te spelen. Elke dag wordt je geconfronteerd met hoge tonen. Ze worden zo doende een gewoonte voor je.

13. Je leert het gevoel te krijgen voor aanpassing van embouchure in alle registers en daarmee de zuiverheid te zoeken.

14. Je leert wennen aan het wisselen tussen de verschillende toonsoorten.

15. Je leert het verband tussen toonladders, drieklanken of vierklanken binnen een toonsoort. Je krijgt het gevoel van samenhang tussen tonen.

16. Je leert en automatiseert vaste patronen uit toonsoorten die je ook tegenkomt in etudes en voordrachtstukken.

Toepassing toonladderoefeningen

Toonladder-, drie- en vierklank-fragmenten komen veelvuldig in etudes en voordrachtstukken voor. Door toonladder-, drie- en vierklanken te studeren/te automatiseren heb je deze techniek direct paraat. Dit vormt de basis voor het snel spelen en reageren. Je bouwt door die studie een bagage van klarinetvaardigheden op die je nodig hebt om een vrij gevoel te krijgen tijdens je klarinetspel. Het geeft je de gelegenheid je meer op de muzikale expressie te richten als je etudes en voordrachtstukken speelt. Bovendien ontneemt het bezit van toonladder-, drie- en vierklank vaardigheden je stress bij optredens.

Het beroemde Toonladderboek

Ook Carl Baermann was overtuigd van het nut van studie van toonladder-, drie- en vierklanktechnieken en schreef daarom het beroemdste toonladderboek ooit voor klarinettisten, opus 63 edition 502C/E (uitgave André) of ook een andere uitgave zoals 3th division (uitgave Fischer, aanbevolen) of de uitgebreide Hofmeister uitgave.

Saaie toonladders......

Voor de meeste klarinettisten lijkt het studeren van toonladders een saaie bezigheid. Ze zien het nut er niet van in, beginnen er wel aan maar houden het niet lang vol doordat er geen studie-structuur aan gegeven wordt. Klarinettisten hebben in tegenstelling tot bijvoorbeeld strijkers geen traditie op dit gebied. Buig die tegenzin om naar een gevoel van uitdaging. Bestudeer op de goede manier het toonladderboek van Baermann door het de duidelijke structuur van studeren te geven en ritmische variatie van de oefeningen toe te passen. Houd dat een paar jaar vol en profiteer van de voordelen. Als je eenmaal gewend bent is het heus geen straf er iedere dag aan te studeren. Goede coaching van je docent zou een geweldige stimulans en eigenlijk noodzaak zijn.

Opbouw Toonladderboek

14. No.1 van het toonladderboek is een toonladder-oefening en drieklank-oefening in alle voorkomende toonsoorten.

15. No.2 is weer een andere oefening ook in alle opeenvolgende toonsoorten

16. enz.

Het is niet praktisch en aantrekkelijk om het toonladderboek vanaf het begin tot het einde in pagina-volgorde te bestuderen.

Voorstel:

9. Gebruik de onderaan deze pagina afgebeelde week-studie-schema's (klik, download en print) lopende vanaf week 1 tot en met week 90. Of klik hierop.

10. Pas bij iedere oefening in het week-studie-schema zoveel mogelijk verschillende ritmische en articulatie en andere variaties toe. Bekijk hiervoor onderaan deze pagina de Inhoud van het Toonladderboek die ik gemaakt heb (klik, download en print). Of klik hierop.

11. Als je 30 weken per jaar werkt aan deze techniekstudie ben je drie jaar bezig het studieschema te voltooien. Je kunt er bijvoorbeeld ook voor kiezen de oefenstof van een week langer te laten duren: 2 weken of een maand... logischerwijs vermeervoudigd dan de totale tijd die dan nodig zult hebben om het gehele Toonladderboek door te werken.

Ritmische variatie

Ritmische variatie op één toonladder- of drieklankoefening zorgt ervoor dat dezelfde klarinet-techniek van verschillende kanten benaderd wordt. Dit werkt zeer positief op de coördinatie van hersens en spieren.

Uit je hoofd

Als je de toonladderoefeningen uit het boek een aantal keren gezien en gespeeld hebt, is het de bedoeling ze uit het hoofd te spelen, je wordt dan niet afgeleid door het notenschrift en kunt dan makkelijker de ritmische variaties toepassen. Neem de oefeningen niet letterlijk uit het toonladderboek: als de "hoogste" toon bijvoorbeeld nog niet goed gaat, speel die dan nog niet.

Metronoom

De metronoom is bij deze oefeningen een onmisbaar apparaat. Noteer het metronoomcijfer waarin je variaties op een bepaald moment kunt spelen. Door boven de oefening het metronoomgetal en de datum te noteren kun je jezelf op een later tijdstip verbeteren door een hoger cijfer te kiezen. Zorg ervoor dat je de goede tempi neemt waarin je in alle registers van de klarinet zonder haperingen kunt spelen. Noem regelmatig notennamen op. Speel de oefeningen zonder te blazen, vooral boven C3 is dat nuttig.

Maak ritme-variaties door verschillende aantallen tonen te kiezen in een vaste puls (bv kwartnoot=60)

Deze ritmische varaties zijn alleen toepasbaar bij toonladders waaronder ook de chromatische toonladder en niet bij de drie- en vierklanken. zie de foto Door het tempo van de puls (de tel) constant te houden en het aantal tonen in die puls telkens op te voeren, moeten de tonen sneller achter elkaar gespeeld worden. Je krijgt gevoel voor verschillende aantallen tonen op één tel (b.v. achtsten, triolen, zestienden, quintolen, sextolen enz.). Er is dus sprake van een strakke opbouw in trapsgewijze snelheid van de tonen. Praktisch is om de hoogste toon slechts enkel te spelen. Gevoel voor puls en ritme is meestal een achtergebleven element van het muciseren in vergelijking met de beheersing van andere onderdelen van het muziek maken. Deze oefening van constante tel met wisselend aantallen gekozen noten in die tel, is de basis voor het toepassen van puls en ritme. Tijdens de techniek-studie kan het gevoel hiervoor op deze manier geautomatiseerd worden.

Nog meer variatie

Maak dynamische verschillen (speel bijvoorbeeld ook eens heel zacht). Verdubbel (tot zelfs drie of vier keer) één enkele toon, om uithoudingsvermogen van de tong te trainen als staccato oefening.

Beginnende Klarinet leerlingen

In de methode "Die fröhliche Klarinette" deel 1 t/m 3 wordt er al uitgebreid aandacht geschonken aan toonladderstudie, zo raak je er op jonge leeftijd al aan gewend.

Weekschema's

voor studeren uit Baermann's Klarinetten Schule:

Maak aantekeningen in Baermann's toonladderboek zoals datum, soort variatie en cijfer van metronoom.

Speel alle No. uit het toonladderboek uit je hoofd, speel niet letterlijk wat in het boek staat, als het maar logisch klinkt in die toonsoort. Neem dus met het uit je hoofd spelen een bepaalde vrijheid en gebruik de oefeningen als leidraad en controle.

Speel over de gehele omvang van je instrument (wat qua hoogte binnen je mogelijkheden ligt) door in een toonladder naar een hoge toon toe te spelen en vervolgens af te dalen naar de laagste toon op je klarinet waarna weer een kort stukje omhoog naar de tonica om daarop te eindigen.

Voor toepassingen van variaties is het praktischer de hoogst gekozen toon in de toonladderoefeningen No. 1 enkel te spelen. Zo komt een doorgaande lijn tot stand.

Inhoud

Baermann´s Toonladderboek (met alle mogelijke variatie-voorbeelden):

Toonladders No. 1 Begin en eindig de oefeningen op de tonica (de grondtoon van een toonsoort).

Lang gebroken drieklanken No. 1

Kort gebroken drieklanken No. 2

Gebroken drieklanken No.4½

Gebroken toonladders No. 4

Omkerende toonladders No. 5½

Chromatische toonladders No. 1 Begin en eindig de oefeningen op de tonica (de grondtoon van een toonsoort).

Lang gebroken verminderde septiem akkoorden No. 3

Lang gebroken septiem akkoorden No. 6

Kort gebroken septiem akkoorden No. 6

Tertsen toonladders No. 8

Sexten toonladders No. 9

Oktaven oefeningen No. 10

Kort gebroken verminderde septiem akkoorden No. 3

Gebroken verminderde septiem akkoorden No. 5

Droge nuttige oefening voor de coördinatie van hersens en spieren.

Leg je hand neer met gebogen vingers. Geef jezelf steeds opdrachten om 2 (of 3) willekeurig vingers tegelijk op te tillen. Doe dit zowel met linker als met rechter hand.

Fischer uitgave