Baermann - KLarinettenschule

Standaardwerk voor klarinettisten

Op 54 jarige leeftijd begon Carl Baermann met het schrijven van zijn "Volständige Klarinetten Schule" opus 63 en 64, in het engels genaamd: "Carl Baermann's Celebrated Method For Clarinet". In elf jaar tijd, van 1864 tot 1875, schreef hij deze klarinet methode. Op het moment van schrijven had hij een enorme muzikale levenservaring. Het is geen toeval dat zijn levenswerk in de komende eeuwen een standaardwerk voor klarinettisten zou worden.

Zijn beroemde vader Heinrich Baermann

Carl Baermann werd geboren in München op 24 oktober 1810 en stierf in München in 1885. Op jonge leeftijd kreeg hij al klarinetles van zijn vader Heinrich Joseph Baermann (1784-1847). Carls vader was soloklarinettist in het hoforkest van München en een beroemd klarinetvirtuoos in de eerste helft van de negentiende eeuw. Heinrich reisde Europa en Rusland door om concerten te geven, meestal in koninklijke paleizen. Zijn goede vriend Carl Maria von Weber (1786-1826) schreef verschillende belangrijke concerten en kamermuziekwerken voor hem.

Als jongen mee op reis

Sinds 1835 toen Carl nog maar vijftien jaar oud was, ging hij al met zijn vader mee op reis. Ook hij werd een groot klarinetvirtuoos. Daarnaast speelde hij veel bassethoorn. Tijdens hun concertreizen speelden zij de speciaal voor hen gecomponeerde opus 113 en 114 van Felix Mendelssohn (1809-1847) voor de bezetting van klarinet, bassethoorn en piano of orkest.

Thuis in München

Op middelbare leeftijd besloot Carl na verschillende toernees thuis te blijven in München omdat het reizen te paard door Europa en Rusland nu niet zo'n confortabele bezigheid was. In het orkest van München leerde hij op het gebied van instrumentenbouw veel van zijn collega fluittist Theobald Boehm (1794-1881) die we kennen als de ontwerper van de moderne fluit. Carl ontmoette in die tijd de instrumentmaker George Ottensteiner (1815-1879), met wie hij ging samenwerken om zijn nieuwe klarinet te ontwerpen: de Baermann-Ottensteiner klarinet.

Achtien kleppen

Dit instrument, waar hij in 1860 patent op kreeg, had in plaats van tien kleppen van de klarinet van zijn vader nu achttien kleppen. Technisch een makkelijker te bespelen instrument, maar ook de klank moet voller geworden zijn. Het Baermann-Ottensteiner systeem werd in Duitsland het meest bespeelde klarinetsysteem. Het was het levenswerk van een klarinetvirtuoos en een vakkundig instrumentmaker. De beroemdste bespeler van de Baermann-Ottensteiner klarinet was Richard Mühlfeld (1856-1907). Hij bleef dit klarinetsysteem zijn leven lang trouw. Zijn manier van spelen op deze klarinet was zeer expressief, met een verbluffend vibrato (zoals hij gewend was te spelen op zijn andere instrument, de viool). Johannes Brahms (1833-1897) was zo onder de indruk van het klarinetspel van Mühlfeld, dat hij verschillende prachtige kamermuziekwerken voor hem schreef.

Onovertroffen klarinetmethode

Carl Baermann kreeg een muzikale opvoeding, had bijzondere muzikale aanleg, gaf op het hoogste niveau vele concerten op het Europese Continent, kwam in contact met de belangrijke musici en had orkest ervaring. We kunnen zeggen dat hij een tomeloze inzet had voor zijn vak waarbij het streven naar perfectie een rol moet hebben gespeeld. Dit alles leidde tot het schrijven van zijn onovertroffen klarinetmethode die 150 jaar later voor hedendaagse klarinettisten nog van onschatbare waarde is. De methode laat zijn interesse in pedagogiek en zijn behoefte om de nieuw ontwikkelde klarinet uit te leggen zien en is in verschillende uitgaven te koop. Het is geschreven in twee hoofddelen, opus 63 en 64.

Opus 63 bestaat uit vier delen:

deel 1 is een theoretisch deel.

Voornaamste uitgaven:

1. 502a Johann André

2. first division Carl Fischer

deel 2 is het meest gebruikte, het bestaat uit korte (Minimal) techniekoefeningen, toonladderoefeningen, etudes en 25 voordrachtetudes.

Voornaamste uitgaven:

• 502b Johann André

• second division Carl Fischer

deel 3, het toonladderboek bestaat uit de beroemde toonladderoefeningen en appergio's.

Voornaamste uitgaven:

• 502c/e Johann André

• third division Carl Fischer

deel 4 is een pianobegeleiding die hoort bij de 25 voordrachtetudes uit deel 2.

Voornaamste uitgaven:

• 502d Johann André

Opus 64 b

estaat uit twee delen:

deel 1 bestaat uit 12 etudes en 15 voordrachtetudes.

Voornaamste uitgaven:

• 502e Johann André

• part 4 Carl Fischer/Bettony

deel 2 bestaat uit een piano deel als begeleiding voor de 15 voordrachtetudes.

Voornaamste uitgave:

• 502f Johann André

Opus 64 is een opleiding tot klarinetvirtuoos, het behandelt verschillende specifieke moeilijke grepen voor de klarinet.

Rode draad...

De "Volständige Klarinetten Schule" is een complete methode om het klarinetspel in al zijn facetten te ontwikkelen: toonvorming, techniek, speelkarakter en interpretatie. Klarinettisten leren hun klarinetvaardigheden veelal in een orkest of door veel stukken en etudes te spelen. Een betrouwbaarder klarinet beheersing is aan te leren door de afzonderlijke klarinettechnische onderdelen van eenvoudig naar gecompliceerd te studeren. De methode van Baermann voorziet in het apart aanleren en het vormen tot één geheel van de afzonderlijke onderdelen van de klarinettechniek. Voor iedere klarinettist, die zijn of haar niveau wil verbeteren, geven de verschillende delen van de methode een leven lang voldoende stof tot uitdaging. Hierdoor loopt deze complete methode als een rode draad door de studie van een klarinettist. Voor de beginnende klarinettist is de methode nog te moeilijk, maar naar gelang de vorderingen in de eerste studiejaren kan er met de methode begonnen worden. Boeken die goed vooraf gaan aan de methode van Baermann zijn: "Die fröliche Klarinette" in drie delen van Rudolf Mauz met aansluitend de Elementaire Schule van Demnitz.

Weinig in gebruik….

Dat de methode van Baermann betrekkelijk weinig in gebruik is heeft verschillende oorzaken. In deel 502b, Johann Andre Offenbach/Main), wat hetzelfde is als de 2nd division uitgave van Carl Fischer is de progressie erg groot. Bovendien staan de verschillende studieonderdelen onoverzichtelijk door elkaar. Er wordt te summier uitgelegd hoe deze onderdelen gestudeerd moeten worden. Verder mist de pianopartij de notatie van de klarinetpartij (uitgave André), zodat de pianist niet kan zien wat de klarinettist doet. De Carl Fischer uitgave mist deze pianopartij helemaal. De Poolse uitgave (PWM edition) voldoet hierin wel goed maar is uitverkocht. In een nieuwe uitgave (Gutmann) is dit probleem gedeeltelijk opgelost. Als er aan de methode begonnen wordt, maakt men hem meestal niet af en van de begeleiding met piano weet men het bestaan niet, laat staan dat een klarinettist het volgende interessante deel, opus 64 van de methode, gaat studeren. Op deze site vertel ik hoe je de methode gestructureerd kunt studeren, hoe je de vruchten plukt van deze beroemde "Celebrated Method for Clarinet".

Documentatie, Carl Baermann. Download the Full Text in deze pagina !!!

Waardering....

Ordening en uitleg van de methode is te vinden op deze site. Ik hoop hiermee de methode van Baermann de waardering te geven die het verdient en daardoor klarinettisten te stimuleren in hun studie.

Romantische muziek

De muziek van Baermann laat je aandacht nooit verslappen vanwege zijn spanning. Dit is karakteristiek voor de Romantische stijl uit die tijd. Uitdrukkingen van persoonlijke gevoelens in deze muziek leiden tot uitersten: dramatische opwinding en lyrische dromerigheid. Componisten en uitvoerenden uit die tijd wilden met hun contrastrijke muziek, zoals bijvoorbeeld de tegenstelling tussen een nocturne en een bravura, indruk maken op het publiek. De muzikale kenmerken zijn bijvoorbeeld: grote melodische lijnen, virtuositeit en een groot gevoel voor klank. Romantische musici gebruikten hun instrumenten als de menselijke stem, die erg persoonlijk en van nature uitdrukkingsvol kan zijn. Een voorbeeld daarvan is de instrumentale compositie met de titel "Lied ohne Worte" van Mendelssohn.

Klarinet expressief

Baermann benadert de spanning van menselijke stem met zijn klarinetcomposities in opus 63 en 64. De capaciteiten van de klarinet worden tot het uiterste uitgebuit, op een manier die je de subtiliteit en gevoeligheid van het instrument doen ontdekken.

De methode studeren

Door gestructureerd de methode te studeren kun je jezelf technisch en muzikaal ontwikkelen tot een goede klarinet(tiste) met zelfvertrouwen. Uitleg over de manier van studeren van het bewuste deel 502b (Andre uitgave) of 2nd division (Fischer) vind je hieronder op deze site. Carl Baermann wist als geen ander wat moeilijk is op een klarinet. Door de technische oefeningen uit de methode te studeren worden klarinetproblemen verbeterd of opgelost. Daarnaast hebben de voordrachtetudes uit de methode prachtige muzikale melodieën die zo mooi klinken op een klarinet. Deze voordrachtetudes vragen wel veel van je muzikale motivatie tot het vormen van klank en muzikale zinnen. Ben je bereid die expressiviteit aan te gaan dan geeft de kwaliteit van de etudes je alle mogelijkheden daartoe en zal de muziek als een spannend verhaal klinken waarbij de geleerde techniek volledig in dienst staat van je interpretatie. Gesteund door de pianobegeleidingen zijn ze als romantische voordacht stukken een aanwinst voor het klarinetrepertoire.

Het beroemde toonladderboek

In het beroemde toonladderboek deel 502c (André) wat hetzelfde is als de Third Division (Fischer) is er wel een logische opbouw in toonsoorten maar geen studiestructuur. Deze studiestructuur heb ik in het week studie-schema voor dit toonladderboek maar ook uit edition 502b (Johann Andre) of 2nd Division (Fischer) van Baemann's methode samengesteld.

Deze techniekstudie noemen we basisoefeningen.

De verschillende onderwerpen zijn:

1. De toon- klankoefeningen

2. De toonladder/drieklank oefeningen.

3. Korte techniek oefeningen (short Exercises) van meestal 8 maar ook wel 6 tonen.

Je kunt de week studie-schema's voor deze basisoefeningen hieronder bekijken of downloaden in het menu hiernaast.

Studeer de basisoefeningen altijd met mogelijk toepasbare variaties, die je in het menu rechts hiernaast kunt vinden.

De Methode van Baermann

Om een goede basis klarinettechniek aan te leren is er voor de wat gevorderde klarinettist(e) de 150 jaar oude, maar nog steeds actuele complete klarinet methode in verschillende delen van Carl Baermann. Carl Baermann Op. 63 en 64. In 1999 kocht ik deze methode in Amsterdam 2e hands en vanaf die tijd heb ik er verschillende leerlingen en mijzelf mee weten te stimuleren het klarinetspel op een hoger plan te brengen. Vooral ook door de Dowani 3 tempi Play Along. 3 Dowani uitgaven van Carl Baermann opus 63 Het is jammer dat de dynamische tekens ontbreken in de Dowani uitgaven maar de Fischer uitgave neem je er gewoon bij. De methode voorziet in het apart aanleren van technieken door speciale oefeningen en toonladders. Daarnaast zijn er de voordrachtetuden met pianobegeleiding om verschillende klarinettechnieken tot één muzikaal geheel te vormen (op deze site te horen).

Uitdaging

Een praktische uitleg van de voordrachtetudes en basisoefeningen uit de methode Opus 63 en 64 van Baermann is te lezen op deze site Carl Baermann Op. 63 en 64. Het trainen van je klarinettechniek uit de methode wordt vooral een uitdaging door "van eenvoudig naar gecompliceerd" ritmische en andere variatie toe te passen. Ontdek je vorderingen hierdoor en pluk er de vruchten van.

Carl Baermann opus 63. :

1. Carl Fischer: Third Division, Het Toonladderboek en 1st and 2nd Divisions Combine. 1st and 2nd Divisions Combine Johann André: Edition 502C Het Toonladderboek en Edition 502B Edition 502B

2.

(De Carl Fischer en Johann André uitgaven bevatten dezelfde inhoud, Carl Fischer uitgave is het beste gedrukt en nog te koop)

Studeer de basisoefeningen in het week-studie-schema met ritmische en andere variaties.

Schema's

Om in de praktijk de basisoefeningen gestructureerd te studeren heb ik week-studie-schema's samengesteld. Je kunt het studietempo in het schema veranderen door de oefenstof van één week standaard te verlengen tot twee weken of zelfs een maand. Belangrijk is dat je gestructureerd en veel herhalend studeert daarvoor is het schema gemaakt. Begin gerust ook eens opnieuw in het schema.

Je kunt deze week-studie-schema's hieronder vinden of in het linken-menu hiernaast rechts op deze pagina. Pas zoveel mogelijk ritme en andere variaties toe bij deze in de studie-schema's. De variaties zijn ook rechts in het linken-menu van deze pagina te vinden. Voor hulp bij de studie kun je contact met mij opnemen.

Studeer klankoefeningen door in de verschillende registers van je klarinet lange tonen te spelen met overgangsdynamiek en intervallen.

Gebruik hiervoor het Toonladderboek van Carl Baermann opus 63

(uitgave Fischer; 3th division) als handleiding. De Fischer uitgave is duidelijk gedrukt.

De oefeningen staan allen genoteerd in zestiende noten. Beschouw iedere zestiende noot als een lange toon als je ze als klankoefening studeert.

Overgangs dynamiek met intervalsprong van een sext of oktaaf.

Maak een crescendo op een eerste lange toon (bijvoorbeeld vier langzame tellen), een legato overgang op het sterkste moment naar de volgende toon gevolgd door een diminuendo. Studeer de lange tonen met verschillende intervallen (sext of oktaaf) zowel omhoog als naar beneden.

Het week-studie-schema kun je downloaden in het menu.

Studeer klankoefeningen door een gedeelte uit de sextentoonladders of de oktaventoonladders van het toonladderboek te kiezen:

1. No.9 uitgave Fischer 3th division blz 39 t/m 45. Sexten-bindingen:

2. No.10 uitgave Fischer 3th division blz 46 en 47. Oktaaf-bindingen:

Uitersten

Zoek naar uitersten in dynamiek en lengte van de toon. Streef naar een zeer geleidelijke constante dynamiek verandering en let op constante zuiverheid bij veranderende dynamiek. Begin de toon bijna onhoorbaar zacht, met of zonder tong en op het moment dat jij bepaalt. Verleg je grenzen door er soms overheen te gaan, het soms lelijk te laten worden, dan weet je waar je grenzen liggen. Luister vooral naar je eigen klank, verbeter die door de toon nogmaals te spelen. Oefen zo aan het begin van je studie iedere dag een gedeelte van de hierboven genoemde nummers uit het toonladderboek.

Spannende toon

Laat de lange tonen expressief klinken, met een spanning, een richting naar de volgende toon. Maak een Poco à Poco crescendo door je adem tijdens de gehele duur van de toon te versnellen. Een te snelle dynamische verandering wordt een effect, is niet expressief en houdt de spanning niet vast. Een vlakke toon, zonder dynamiek, klinkt saai en doods. Zoek naar de constante geleidelijkheid, een subtiele spanningsopbouw die expressief is, die de aandacht opeist.

Gave binding

Een gaaf gebonden interval (vooral de grote interval) is klarinettechnisch een lastig onderdeel. Als je vingers niet tegelijk neerkomen of als er een gat tussen de twee gebonden tonen zit hoor je dat direct. De belangrijke 3 klarinettechnische aandachtspunten waar je aan moet werken om bindingen goed te laten lukken zijn:

• Adem

• Embouchure

• Stand van de vingers/hand

Essentieel om deze punten te verbeteren is:

• De luchtstroom niet te verminderen of te onderbreken, maar eerder iets te versnellen tijdens de binding (neem risico tijdens studeren).

• De onderkaak en onderlip niet te veel tegen het riet te drukken, het riet trilt dan minder vrij waardoor de volgende toon niet goed aanspreekt.

• Vingers dicht bij de kleppen en toongaten te houden. Door kleine variatie in plaatsing van vingers kun je al vooruitgang boeken. In dit langzame tempo moet je deze controle van de vingers afdwingen. Kijk hiervoor in de spiegel.

Maar 6 of 8 tonen oefenen.....

Iedereen kan zijn of haar vingers ongecontroleerd snel bewegen. Om controle te krijgen over snelle bewegingen van bepaalde grepencombinaties doen we techniekstudie met korte oefeningen van maar 6 of 8 tonen.

Door herhaling van deze 6 of 8 tonen en er ritme-variatie (6 of 8 tonen) op toe te passen, worden bewegingen gestructureerd in het geheugen van de hersenen opgenomen met het volgende resultaat:

3. je automatiseert bewegingen van bepaalde grepencombinaties

4. je traint de conditie en stevigheid van de vingers

5. je controleert en past de houding aan van lichaam/armen/handen/vingers.

De oefeningen zijn te vinden in de methode van Carl Baermann opus 63 onder No. 6, 17, 29 en 51 in verschillende uitgaven:

• 2nd division uitgave Fischer (aanbevolen)

• edition 502b uitgave Johann André

• Voor gevorderden zijn deze oefeningen ook te vinden op pagina 190 edition 502c/e opus 63 (alleen uitgave Johann André).

• Een beperkt aantal noten oefen je ook door herhaling en variatie tijdens techniekstudie van problemen met technische passages die zich voordoen in een voordrachtstuken, etudes of orkeststudies.

Om deze Korte Oefeningen gestructureerd te studeren heb ik ze gerangschikt in het Studie-schema van week 1 t/m 91 (zie de linken in het menu van deze pagina). Ze staan in het Studie-schema als "Short Exercises" genoteerd.

Ons doel is de bewuste grepencombinaties steeds langer, sneller en zonder na te denken vol te kunnen houden onder voorwaarde van behoud van regelmaat, mooie klank en vloeiende overgang van de ene naar de andere toon in het legatospel.

Korte oefeningen, hoe werkt het...........

Een korte oefening bestaat dus meestal uit 6 of 8 tonen.

Door zo'n oefening te studeren ontwikkel je de fijne motoriek, de hersenen worden door deze techniekstudie geactiveerd om bewegingen automatisch uit te gaan voeren waardoor je tijdens het spelen van deze grepen-combinaties niet meer hoeft na te denken over de grepen en houding.

Door automatisering van de grepencombinaties is het mogelijk geworden om andere activiteiten tegelijkertijd erbij te doen.

Voordat je bepaalde bewegingen automatisch kunt uitvoeren dienen een aantal stadia doorlopen te worden:

• De oefening van een grepencombinatie moet in het eerste stadium zodanig langzaam uitgevoerd worden dat het mogelijk is bewust te zijn van alle nodige spierspanning, van alle bewegingen en snelheid van die bewegingen en dat je controle hebt over houding en plaatsing van je lichaam/armen/handen/vingers. Maak in dit stadium een gedetailleerde voorstelling van datgene waarmee je bezig bent door het tempo zeer laag te houden.

• In het tweede stadium beheers je globaal de grepencombinatie. Je oog hoeft nu niet meer op iedere individuele noot te vallen om foutloos te spelen en je hoeft ook niet meer tot in detail na te denken over aspecten zoals goede houding van lichaam/armen/handen/vingers. Het tempo kan nu opgevoerd worden, je gedachten richten zich enkel op de essentiele onderdelen. Verval je in oude houdings fouten, ga dan terug naar het eerste stadium. In dit tweede studie-stadium pas je de verschillende ritme en articulatie variaties toe ritme-variaties 8 tonen ; ritme-variaties 6 ; articulatie-variaties Door deze ritme variaties wordt ervoor gezorgd dat bepaalde bewegingen binnen de korte oefening sneller moeten worden uitgevoerd en juist andere bewegingen binnen de korte oefening in hetzelfde langzamere tempo blijven. Hierdoor heb je steeds een prikkelende periode en een herstel periode in één oefening. Herhaal de 8 of 6 tonen van de oefening in het gekozen ritme of articulatie variant tot je adem op is. Neem een korte pauze en doe dit nog eens drie of vier keer. Je voelt de spieren in je vingers moe worden. Speel de oefening geconcentreerd, uit je hoofd, zonder haperingen en verleg je grenzen: hoelang kan ik zonder fouten spelen, kan ik het een dag later ook in een iets sneller tempo zolang volhouden. Gebruik een metronoom om je tempo vast te leggen. Door varaties in ritme en articulatie te studeren benader je dezelfde grepencombinaties steeds vanuit een andere invalshoeken wat het latere automatiseringsproces bevordert.

• In het derde stadium kan de oefening van de grepencombinatie geautomatiseerd uitgevoerd worden, de bewegingen gaan haast vanzelf en controle van het oog is bijna niet meer nodig. Speel, loop door je kamer, herhaal de oefening en denk aan iets anders, iets leuks, vakantie? Wat blijkt: je kunt naast deze oefening nog een andere activiteit doen. Er komt ruimte om aandacht te besteden aan een mooie toon, aan muziek te maken.

• In het vierde studie-stadium train je het uithoudingsvermogen van de spieren van de vingers nog verder. Maak de vingers echt moe. Maak slappe vingers krachtiger maar speel niet krampachtig. Maak de vingers nog onafhankelijker van elkaar. Maak een automatisme van gecorrigeerde houdingen van lichaam/armen/handen /vingers.

Doorloop de 4 bovengenoemde stadia voor elke Korte Oefening opnieuw iedere dag en bij haperingen. Je merkt dat je de stadia dan steeds korter kunt doorlopen.

Het week-studie-schema kun je downloaden in het menu. b.v. studie-schema week 1 t/m 14. om de Korte oefeningen in de praktijk gestructureerd te studeren.

Gebruik een metronoom om je tempo vast te leggen en te noteren. Studeer niet van hak op de tak maar studeer steeds gerichte oefeningen, houd daarvoor het Studie-schema aan. Begin in dat Studie-schema na bijvoorbeeld 7 weken gerust weer eens vooraan bij week 1. Het is geen wedstrijd om dat schema zo snel mogelijk af te krijgen.

Sommige mensen bewegen onbewust op teveel momenten met hun klarinet. Ze volgen de grotere muzikale lijnen teweinig. Door toepassing van variatie in ritme (8 of 6 tonen) worden zwaartepunten verlegd waardoor negatief afleidende bewegingen van het lichaam worden geminimaliseerd.

Alle ritme-variaties voor oefeningen met 8 of 6 tonen.

Download en gebruik deze ritmevariaties bij het boek opus 63 deel 502b (uitgave André) of 2nd edition (uitgave Fischer, aanbevolen)

Het is handig iedere regel uit de Korte Oefeningen van Baermann te nummeren.

De Korte Oefeningen zijn te vinden in de methode van Carl Baermann opus 63 deel 502b (uitgave André) of 2nd edition (uitgave Fischer, aanbevolen):

Inhoud

nr. 6 nr. 17 nr. 29 nr. 51

pagina 190 opus 63 deel 502c/e (alleen uitgave André)

Klank en Legato in Korte Oefeningen

Bij studie van de Korte Oefeningen is het behoud van een mooie klank en vloeiend legato belangrijk. Als een bepaalde toon door een verkeerde techniek niet aanspreekt, stagneert dat het snel achter elkaar spelen van tonen omdat de volgende toon te laat aanspreekt. De belangrijke 3 technische klarinet onderdelen waar je altijd aan moet werken zijn: adem, embouchure en stand van de vingers/hand. Juist tijdens de Korte Oefeningen kun je de goede houding van je vingers en hand trainen en automatiseren door de steeds herhalende bewegingen.

Keuze van tempo In Minimal Klarinet Oefeningen

Kies bij haperingen altijd een langzamer tempo waarbij controle van de bewegingen mogelijk is zodat het beoogde resultaat bereikt wordt. Kies een nieuw, langzamer tempo als je met de volgende oefening start. Noteer je succes-metronoomcijfer zodat je de volgende keer vanaf dat cijfer kunt starten.

30633

Door toonladderstudie wordt je klarinettechniek sterk verbeterd. Er is een manier deze studie aantrekkelijk voor je te maken: ga het beroemde toonladderboek van Baermann studeren en pas variaties toe op de oefeningen die erin staan. Je boekt dan de volgende resultaten:

6. Je leert echt snel klarinet te spelen in alle registers.

7. Je leert de juiste tonen te spelen en te herkennen die bij alle verschillende toonladders drieklanken en vierklanken horen.

8. Je leert in een constante puls een wisselend aantal tonen regelmatig te spelen, het gevoel voor ritmiek en regelmaat.

9. Je leert uit je hoofd te spelen.

10. Je leert te articuleren.

11. Je leert staccato.

12. Je leert over de hele omvang van je klarinet te spelen. Elke dag wordt je geconfronteerd met hoge tonen. Ze worden zo doende een gewoonte voor je.

13. Je leert het gevoel te krijgen voor aanpassing van embouchure in alle registers en daarmee de zuiverheid te zoeken.

14. Je leert wennen aan het wisselen tussen de verschillende toonsoorten.

15. Je leert het verband tussen toonladders, drieklanken of vierklanken binnen een toonsoort. Je krijgt het gevoel van samenhang tussen tonen.

16. Je leert en automatiseert vaste patronen uit toonsoorten die je ook tegenkomt in etudes en voordrachtstukken.

Toepassing toonladderoefeningen

Toonladder-, drie- en vierklank-fragmenten komen veelvuldig in etudes en voordrachtstukken voor. Door toonladder-, drie- en vierklanken te studeren/te automatiseren heb je deze techniek direct paraat. Dit vormt de basis voor het snel spelen en reageren. Je bouwt door die studie een bagage van klarinetvaardigheden op die je nodig hebt om een vrij gevoel te krijgen tijdens je klarinetspel. Het geeft je de gelegenheid je meer op de muzikale expressie te richten als je etudes en voordrachtstukken speelt. Bovendien ontneemt het bezit van toonladder-, drie- en vierklank vaardigheden je stress bij optredens.

Het beroemde Toonladderboek

Ook Carl Baermann was overtuigd van het nut van studie van toonladder-, drie- en vierklanktechnieken en schreef daarom het beroemdste toonladderboek ooit voor klarinettisten, opus 63 edition 502C/E (uitgave André) of ook een andere uitgave zoals 3th division (uitgave Fischer, aanbevolen) of de uitgebreide Hofmeister uitgave.

Saaie toonladders......

Voor de meeste klarinettisten lijkt het studeren van toonladders een saaie bezigheid. Ze zien het nut er niet van in, beginnen er wel aan maar houden het niet lang vol doordat er geen studie-structuur aan gegeven wordt. Klarinettisten hebben in tegenstelling tot bijvoorbeeld strijkers geen traditie op dit gebied. Buig die tegenzin om naar een gevoel van uitdaging. Bestudeer op de goede manier het toonladderboek van Baermann door het de duidelijke structuur van studeren te geven en ritmische variatie van de oefeningen toe te passen. Houd dat een paar jaar vol en profiteer van de voordelen. Als je eenmaal gewend bent is het heus geen straf er iedere dag aan te studeren. Goede coaching van je docent zou een geweldige stimulans en eigenlijk noodzaak zijn.

Opbouw Toonladderboek

• No.1 van het toonladderboek is een toonladder-oefening en drieklank-oefening in alle voorkomende toonsoorten.

• No.2 is weer een andere oefening ook in alle opeenvolgende toonsoorten

• enz.

Het is niet praktisch en aantrekkelijk om het toonladderboek vanaf het begin tot het einde in pagina-volgorde te bestuderen.

Voorstel:

• Gebruik de onderaan deze pagina afgebeelde week-studie-schema's (klik, download en print) lopende vanaf week 1 tot en met week 90. Of klik hierop.

• Pas bij iedere oefening in het week-studie-schema zoveel mogelijk verschillende ritmische en articulatie en andere variaties toe. Bekijk hiervoor onderaan deze pagina de Inhoud van het Toonladderboek die ik gemaakt heb (klik, download en print). Of klik hierop.

• Als je 30 weken per jaar werkt aan deze techniekstudie ben je drie jaar bezig het studieschema te voltooien. Je kunt er bijvoorbeeld ook voor kiezen de oefenstof van een week langer te laten duren: 2 weken of een maand... logischerwijs vermeervoudigd dan de totale tijd die dan nodig zult hebben om het gehele Toonladderboek door te werken.

Ritmische variatie

Ritmische variatie op één toonladder- of drieklankoefening zorgt ervoor dat dezelfde klarinet-techniek van verschillende kanten benaderd wordt. Dit werkt zeer positief op de coördinatie van hersens en spieren.

Uit je hoofd

Als je de toonladderoefeningen uit het boek een aantal keren gezien en gespeeld hebt, is het de bedoeling ze uit het hoofd te spelen, je wordt dan niet afgeleid door het notenschrift en kunt dan makkelijker de ritmische variaties toepassen. Neem de oefeningen niet letterlijk uit het toonladderboek: als de "hoogste" toon bijvoorbeeld nog niet goed gaat, speel die dan nog niet.

Metronoom

De metronoom is bij deze oefeningen een onmisbaar apparaat. Noteer het metronoomcijfer waarin je variaties op een bepaald moment kunt spelen. Door boven de oefening het metronoomgetal en de datum te noteren kun je jezelf op een later tijdstip verbeteren door een hoger cijfer te kiezen. Zorg ervoor dat je de goede tempi neemt waarin je in alle registers van de klarinet zonder haperingen kunt spelen. Noem regelmatig notennamen op. Speel de oefeningen zonder te blazen, vooral boven C3 is dat nuttig.

Maak ritme-variaties door verschillende aantallen tonen te kiezen in een vaste puls (bv kwartnoot=60)

Deze ritmische varaties zijn alleen toepasbaar bij toonladders waaronder ook de chromatische toonladder en niet bij de drie- en vierklanken. zie de foto Door het tempo van de puls (de tel) constant te houden en het aantal tonen in die puls telkens op te voeren, moeten de tonen sneller achter elkaar gespeeld worden. Je krijgt gevoel voor verschillende aantallen tonen op één tel (b.v. achtsten, triolen, zestienden, quintolen, sextolen enz.). Er is dus sprake van een strakke opbouw in trapsgewijze snelheid van de tonen. Praktisch is om de hoogste toon slechts enkel te spelen. Gevoel voor puls en ritme is meestal een achtergebleven element van het muciseren in vergelijking met de beheersing van andere onderdelen van het muziek maken. Deze oefening van constante tel met wisselend aantallen gekozen noten in die tel, is de basis voor het toepassen van puls en ritme. Tijdens de techniek-studie kan het gevoel hiervoor op deze manier geautomatiseerd worden.

Nog meer variatie

Maak dynamische verschillen (speel bijvoorbeeld ook eens heel zacht). Verdubbel (tot zelfs drie of vier keer) één enkele toon, om uithoudingsvermogen van de tong te trainen als staccato oefening.

Beginnende Klarinet leerlingen

In de methode "Die fröhliche Klarinette" deel 1 t/m 3 wordt er al uitgebreid aandacht geschonken aan toonladderstudie, zo raak je er op jonge leeftijd al aan gewend.

Weekschema's

voor studeren uit Baermann's Klarinetten Schule:

Maak aantekeningen in Baermann's toonladderboek zoals datum, soort variatie en cijfer van metronoom.

Speel alle No. uit het toonladderboek uit je hoofd, speel niet letterlijk wat in het boek staat, als het maar logisch klinkt in die toonsoort. Neem dus met het uit je hoofd spelen een bepaalde vrijheid en gebruik de oefeningen als leidraad en controle.

Speel over de gehele omvang van je instrument (wat qua hoogte binnen je mogelijkheden ligt) door in een toonladder naar een hoge toon toe te spelen en vervolgens af te dalen naar de laagste toon op je klarinet waarna weer een kort stukje omhoog naar de tonica om daarop te eindigen.

Voor toepassingen van variaties is het praktischer de hoogst gekozen toon in de toonladderoefeningen No. 1 enkel te spelen. Zo komt een doorgaande lijn tot stand.

Inhoud

Baermann´s Toonladderboek (met alle mogelijke variatie-voorbeelden):

Toonladders No. 1 Begin en eindig de oefeningen op de tonica (de grondtoon van een toonsoort).

Lang gebroken drieklanken No. 1

Kort gebroken drieklanken No. 2

Gebroken drieklanken No.4½

Gebroken toonladders No. 4

Omkerende toonladders No. 5½

Chromatische toonladders No. 1 Begin en eindig de oefeningen op de tonica (de grondtoon van een toonsoort).

Lang gebroken verminderde septiem akkoorden No. 3

Lang gebroken septiem akkoorden No. 6

Kort gebroken septiem akkoorden No. 6

Tertsen toonladders No. 8

Sexten toonladders No. 9

Oktaven oefeningen No. 10

Kort gebroken verminderde septiem akkoorden No. 3

Gebroken verminderde septiem akkoorden No. 5

Droge nuttige oefening voor de coördinatie van hersens en spieren.

Leg je hand neer met gebogen vingers. Geef jezelf steeds opdrachten om 2 (of 3) willekeurig vingers tegelijk op te tillen. Doe dit zowel met linker als met rechter hand.

Standaardwerk voor klarinettisten

Op 54 jarige leeftijd begon Carl Baermann met het schrijven van zijn "Volständige Klarinetten Schule" opus 63 en 64, in het engels genaamd: "Carl Baermann's Celebrated Method For Clarinet". In elf jaar tijd, van 1864 tot 1875, schreef hij deze klarinet methode. Op het moment van schrijven had hij een enorme muzikale levenservaring. Het is geen toeval dat zijn levenswerk in de komende eeuwen een standaardwerk voor klarinettisten zou worden.

Zijn beroemde vader Heinrich Baermann

Carl Baermann werd geboren in München op 24 oktober 1810 en stierf in München in 1885. Op jonge leeftijd kreeg hij al klarinetles van zijn vader Heinrich Joseph Baermann (1784-1847). Carls vader was soloklarinettist in het hoforkest van München en een beroemd klarinetvirtuoos in de eerste helft van de negentiende eeuw. Heinrich reisde Europa en Rusland door om concerten te geven, meestal in koninklijke paleizen. Zijn goede vriend Carl Maria von Weber (1786-1826) schreef verschillende belangrijke concerten en kamermuziekwerken voor hem.

Als jongen mee op reis

Sinds 1835 toen Carl nog maar vijftien jaar oud was, ging hij al met zijn vader mee op reis. Ook hij werd een groot klarinetvirtuoos. Daarnaast speelde hij veel bassethoorn. Tijdens hun concertreizen speelden zij de speciaal voor hen gecomponeerde opus 113 en 114 van Felix Mendelssohn (1809-1847) voor de bezetting van klarinet, bassethoorn en piano of orkest.

Thuis in München

Op middelbare leeftijd besloot Carl na verschillende toernees thuis te blijven in München omdat het reizen te paard door Europa en Rusland nu niet zo'n confortabele bezigheid was. In het orkest van München leerde hij op het gebied van instrumentenbouw veel van zijn collega fluittist Theobald Boehm (1794-1881) die we kennen als de ontwerper van de moderne fluit. Carl ontmoette in die tijd de instrumentmaker George Ottensteiner (1815-1879), met wie hij ging samenwerken om zijn nieuwe klarinet te ontwerpen: de Baermann-Ottensteiner klarinet.

Achtien kleppen

Dit instrument, waar hij in 1860 patent op kreeg, had in plaats van tien kleppen van de klarinet van zijn vader nu achttien kleppen. Technisch een makkelijker te bespelen instrument, maar ook de klank moet voller geworden zijn. Het Baermann-Ottensteiner systeem werd in Duitsland het meest bespeelde klarinetsysteem. Het was het levenswerk van een klarinetvirtuoos en een vakkundig instrumentmaker. De beroemdste bespeler van de Baermann-Ottensteiner klarinet was Richard Mühlfeld (1856-1907). Hij bleef dit klarinetsysteem zijn leven lang trouw. Zijn manier van spelen op deze klarinet was zeer expressief, met een verbluffend vibrato (zoals hij gewend was te spelen op zijn andere instrument, de viool). Johannes Brahms (1833-1897) was zo onder de indruk van het klarinetspel van Mühlfeld, dat hij verschillende prachtige kamermuziekwerken voor hem schreef.

Onovertroffen klarinetmethode

Carl Baermann kreeg een muzikale opvoeding, had bijzondere muzikale aanleg, gaf op het hoogste niveau vele concerten op het Europese Continent, kwam in contact met de belangrijke musici en had orkest ervaring. We kunnen zeggen dat hij een tomeloze inzet had voor zijn vak waarbij het streven naar perfectie een rol moet hebben gespeeld. Dit alles leidde tot het schrijven van zijn onovertroffen klarinetmethode die 150 jaar later voor hedendaagse klarinettisten nog van onschatbare waarde is. De methode laat zijn interesse in pedagogiek en zijn behoefte om de nieuw ontwikkelde klarinet uit te leggen zien en is in verschillende uitgaven te koop. Het is geschreven in twee hoofddelen, opus 63 en 64.

Opus 63 bestaat uit vier delen:

deel 1 is een theoretisch deel.

Voornaamste uitgaven:

1. 502a Johann André

2. first division Carl Fischer

deel 2 is het meest gebruikte, het bestaat uit korte (Minimal) techniekoefeningen, toonladderoefeningen, etudes en 25 voordrachtetudes.

Voornaamste uitgaven:

• 502b Johann André

• second division Carl Fischer

deel 3, het toonladderboek bestaat uit de beroemde toonladderoefeningen en appergio's.

Voornaamste uitgaven:

• 502c/e Johann André

• third division Carl Fischer

deel 4 is een pianobegeleiding die hoort bij de 25 voordrachtetudes uit deel 2.

Voornaamste uitgaven:

• 502d Johann André

Opus 64 b

estaat uit twee delen:

deel 1 bestaat uit 12 etudes en 15 voordrachtetudes.

Voornaamste uitgaven:

• 502e Johann André

• part 4 Carl Fischer/Bettony

deel 2 bestaat uit een piano deel als begeleiding voor de 15 voordrachtetudes.

Voornaamste uitgave:

• 502f Johann André

Opus 64 is een opleiding tot klarinetvirtuoos, het behandelt verschillende specifieke moeilijke grepen voor de klarinet.

Rode draad...

De "Volständige Klarinetten Schule" is een complete methode om het klarinetspel in al zijn facetten te ontwikkelen: toonvorming, techniek, speelkarakter en interpretatie. Klarinettisten leren hun klarinetvaardigheden veelal in een orkest of door veel stukken en etudes te spelen. Een betrouwbaarder klarinet beheersing is aan te leren door de afzonderlijke klarinettechnische onderdelen van eenvoudig naar gecompliceerd te studeren. De methode van Baermann voorziet in het apart aanleren en het vormen tot één geheel van de afzonderlijke onderdelen van de klarinettechniek. Voor iedere klarinettist, die zijn of haar niveau wil verbeteren, geven de verschillende delen van de methode een leven lang voldoende stof tot uitdaging. Hierdoor loopt deze complete methode als een rode draad door de studie van een klarinettist. Voor de beginnende klarinettist is de methode nog te moeilijk, maar naar gelang de vorderingen in de eerste studiejaren kan er met de methode begonnen worden. Boeken die goed vooraf gaan aan de methode van Baermann zijn: "Die fröliche Klarinette" in drie delen van Rudolf Mauz met aansluitend de Elementaire Schule van Demnitz.

Weinig in gebruik….

Dat de methode van Baermann betrekkelijk weinig in gebruik is heeft verschillende oorzaken. In deel 502b, Johann Andre Offenbach/Main), wat hetzelfde is als de 2nd division uitgave van Carl Fischer is de progressie erg groot. Bovendien staan de verschillende studieonderdelen onoverzichtelijk door elkaar. Er wordt te summier uitgelegd hoe deze onderdelen gestudeerd moeten worden. Verder mist de pianopartij de notatie van de klarinetpartij (uitgave André), zodat de pianist niet kan zien wat de klarinettist doet. De Carl Fischer uitgave mist deze pianopartij helemaal. De Poolse uitgave (PWM edition) voldoet hierin wel goed maar is uitverkocht. In een nieuwe uitgave (Gutmann) is dit probleem gedeeltelijk opgelost. Als er aan de methode begonnen wordt, maakt men hem meestal niet af en van de begeleiding met piano weet men het bestaan niet, laat staan dat een klarinettist het volgende interessante deel, opus 64 van de methode, gaat studeren. Op deze site vertel ik hoe je de methode gestructureerd kunt studeren, hoe je de vruchten plukt van deze beroemde "Celebrated Method for Clarinet".

Documentatie, Carl Baermann. Download the Full Text in deze pagina !!!

Waardering....

Ordening en uitleg van de methode is te vinden op deze site. Ik hoop hiermee de methode van Baermann de waardering te geven die het verdient en daardoor klarinettisten te stimuleren in hun studie.

Romantische muziek

De muziek van Baermann laat je aandacht nooit verslappen vanwege zijn spanning. Dit is karakteristiek voor de Romantische stijl uit die tijd. Uitdrukkingen van persoonlijke gevoelens in deze muziek leiden tot uitersten: dramatische opwinding en lyrische dromerigheid. Componisten en uitvoerenden uit die tijd wilden met hun contrastrijke muziek, zoals bijvoorbeeld de tegenstelling tussen een nocturne en een bravura, indruk maken op het publiek. De muzikale kenmerken zijn bijvoorbeeld: grote melodische lijnen, virtuositeit en een groot gevoel voor klank. Romantische musici gebruikten hun instrumenten als de menselijke stem, die erg persoonlijk en van nature uitdrukkingsvol kan zijn. Een voorbeeld daarvan is de instrumentale compositie met de titel "Lied ohne Worte" van Mendelssohn.

Klarinet expressief

Baermann benadert de spanning van menselijke stem met zijn klarinetcomposities in opus 63 en 64. De capaciteiten van de klarinet worden tot het uiterste uitgebuit, op een manier die je de subtiliteit en gevoeligheid van het instrument doen ontdekken.

De methode studeren

Door gestructureerd de methode te studeren kun je jezelf technisch en muzikaal ontwikkelen tot een goede klarinet(tiste) met zelfvertrouwen. Uitleg over de manier van studeren van het bewuste deel 502b (Andre uitgave) of 2nd division (Fischer) vind je hieronder op deze site. Carl Baermann wist als geen ander wat moeilijk is op een klarinet. Door de technische oefeningen uit de methode te studeren worden klarinetproblemen verbeterd of opgelost. Daarnaast hebben de voordrachtetudes uit de methode prachtige muzikale melodieën die zo mooi klinken op een klarinet. Deze voordrachtetudes vragen wel veel van je muzikale motivatie tot het vormen van klank en muzikale zinnen. Ben je bereid die expressiviteit aan te gaan dan geeft de kwaliteit van de etudes je alle mogelijkheden daartoe en zal de muziek als een spannend verhaal klinken waarbij de geleerde techniek volledig in dienst staat van je interpretatie. Gesteund door de pianobegeleidingen zijn ze als romantische voordacht stukken een aanwinst voor het klarinetrepertoire.

Het beroemde toonladderboek

In het beroemde toonladderboek deel 502c (André) wat hetzelfde is als de Third Division (Fischer) is er wel een logische opbouw in toonsoorten maar geen studiestructuur. Deze studiestructuur heb ik in het week studie-schema voor dit toonladderboek maar ook uit edition 502b (Johann Andre) of 2nd Division (Fischer) van Baemann's methode samengesteld.

Deze techniekstudie noemen we basisoefeningen.

De verschillende onderwerpen zijn:

1. De toon- klankoefeningen

2. De toonladder/drieklank oefeningen.

3. Korte techniek oefeningen (short Exercises) van meestal 8 maar ook wel 6 tonen.

Je kunt de week studie-schema's voor deze basisoefeningen hieronder bekijken of downloaden in het menu hiernaast.

Studeer de basisoefeningen altijd met mogelijk toepasbare variaties, die je in het menu rechts hiernaast kunt vinden.

De Methode van Baermann

Om een goede basis klarinettechniek aan te leren is er voor de wat gevorderde klarinettist(e) de 150 jaar oude, maar nog steeds actuele complete klarinet methode in verschillende delen van Carl Baermann. Carl Baermann Op. 63 en 64. In 1999 kocht ik deze methode in Amsterdam 2e hands en vanaf die tijd heb ik er verschillende leerlingen en mijzelf mee weten te stimuleren het klarinetspel op een hoger plan te brengen. Vooral ook door de Dowani 3 tempi Play Along. 3 Dowani uitgaven van Carl Baermann opus 63 Het is jammer dat de dynamische tekens ontbreken in de Dowani uitgaven maar de Fischer uitgave neem je er gewoon bij. De methode voorziet in het apart aanleren van technieken door speciale oefeningen en toonladders. Daarnaast zijn er de voordrachtetuden met pianobegeleiding om verschillende klarinettechnieken tot één muzikaal geheel te vormen (op deze site te horen).

Uitdaging

Een praktische uitleg van de voordrachtetudes en basisoefeningen uit de methode Opus 63 en 64 van Baermann is te lezen op deze site Carl Baermann Op. 63 en 64. Het trainen van je klarinettechniek uit de methode wordt vooral een uitdaging door "van eenvoudig naar gecompliceerd" ritmische en andere variatie toe te passen. Ontdek je vorderingen hierdoor en pluk er de vruchten van.

Carl Baermann opus 63. :

1. Carl Fischer: Third Division, Het Toonladderboek en 1st and 2nd Divisions Combine. 1st and 2nd Divisions Combine Johann André: Edition 502C Het Toonladderboek en Edition 502B Edition 502B

2.

(De Carl Fischer en Johann André uitgaven bevatten dezelfde inhoud, Carl Fischer uitgave is het beste gedrukt en nog te koop)

Studeer de basisoefeningen in het week-studie-schema met ritmische en andere variaties.

Schema's

Om in de praktijk de basisoefeningen gestructureerd te studeren heb ik week-studie-schema's samengesteld. Je kunt het studietempo in het schema veranderen door de oefenstof van één week standaard te verlengen tot twee weken of zelfs een maand. Belangrijk is dat je gestructureerd en veel herhalend studeert daarvoor is het schema gemaakt. Begin gerust ook eens opnieuw in het schema.

Je kunt deze week-studie-schema's hieronder vinden of in het linken-menu hiernaast rechts op deze pagina. Pas zoveel mogelijk ritme en andere variaties toe bij deze in de studie-schema's. De variaties zijn ook rechts in het linken-menu van deze pagina te vinden. Voor hulp bij de studie kun je contact met mij opnemen.

Studeer klankoefeningen door in de verschillende registers van je klarinet lange tonen te spelen met overgangsdynamiek en intervallen.

Gebruik hiervoor het Toonladderboek van Carl Baermann opus 63

(uitgave Fischer; 3th division) als handleiding. De Fischer uitgave is duidelijk gedrukt.

De oefeningen staan allen genoteerd in zestiende noten. Beschouw iedere zestiende noot als een lange toon als je ze als klankoefening studeert.

Overgangs dynamiek met intervalsprong van een sext of oktaaf.

Maak een crescendo op een eerste lange toon (bijvoorbeeld vier langzame tellen), een legato overgang op het sterkste moment naar de volgende toon gevolgd door een diminuendo. Studeer de lange tonen met verschillende intervallen (sext of oktaaf) zowel omhoog als naar beneden.

Het week-studie-schema kun je downloaden in het menu.

Studeer klankoefeningen door een gedeelte uit de sextentoonladders of de oktaventoonladders van het toonladderboek te kiezen:

1. No.9 uitgave Fischer 3th division blz 39 t/m 45. Sexten-bindingen:

2. No.10 uitgave Fischer 3th division blz 46 en 47. Oktaaf-bindingen:

Uitersten

Zoek naar uitersten in dynamiek en lengte van de toon. Streef naar een zeer geleidelijke constante dynamiek verandering en let op constante zuiverheid bij veranderende dynamiek. Begin de toon bijna onhoorbaar zacht, met of zonder tong en op het moment dat jij bepaalt. Verleg je grenzen door er soms overheen te gaan, het soms lelijk te laten worden, dan weet je waar je grenzen liggen. Luister vooral naar je eigen klank, verbeter die door de toon nogmaals te spelen. Oefen zo aan het begin van je studie iedere dag een gedeelte van de hierboven genoemde nummers uit het toonladderboek.

Spannende toon

Laat de lange tonen expressief klinken, met een spanning, een richting naar de volgende toon. Maak een Poco à Poco crescendo door je adem tijdens de gehele duur van de toon te versnellen. Een te snelle dynamische verandering wordt een effect, is niet expressief en houdt de spanning niet vast. Een vlakke toon, zonder dynamiek, klinkt saai en doods. Zoek naar de constante geleidelijkheid, een subtiele spanningsopbouw die expressief is, die de aandacht opeist.

Gave binding

Een gaaf gebonden interval (vooral de grote interval) is klarinettechnisch een lastig onderdeel. Als je vingers niet tegelijk neerkomen of als er een gat tussen de twee gebonden tonen zit hoor je dat direct. De belangrijke 3 klarinettechnische aandachtspunten waar je aan moet werken om bindingen goed te laten lukken zijn:

• Adem

• Embouchure

• Stand van de vingers/hand

Essentieel om deze punten te verbeteren is:

• De luchtstroom niet te verminderen of te onderbreken, maar eerder iets te versnellen tijdens de binding (neem risico tijdens studeren).

• De onderkaak en onderlip niet te veel tegen het riet te drukken, het riet trilt dan minder vrij waardoor de volgende toon niet goed aanspreekt.

• Vingers dicht bij de kleppen en toongaten te houden. Door kleine variatie in plaatsing van vingers kun je al vooruitgang boeken. In dit langzame tempo moet je deze controle van de vingers afdwingen. Kijk hiervoor in de spiegel.

Maar 6 of 8 tonen oefenen.....

Iedereen kan zijn of haar vingers ongecontroleerd snel bewegen. Om controle te krijgen over snelle bewegingen van bepaalde grepencombinaties doen we techniekstudie met korte oefeningen van maar 6 of 8 tonen.

Door herhaling van deze 6 of 8 tonen en er ritme-variatie (6 of 8 tonen) op toe te passen, worden bewegingen gestructureerd in het geheugen van de hersenen opgenomen met het volgende resultaat:

3. je automatiseert bewegingen van bepaalde grepencombinaties

4. je traint de conditie en stevigheid van de vingers

5. je controleert en past de houding aan van lichaam/armen/handen/vingers.

De oefeningen zijn te vinden in de methode van Carl Baermann opus 63 onder No. 6, 17, 29 en 51 in verschillende uitgaven:

• 2nd division uitgave Fischer (aanbevolen)

• edition 502b uitgave Johann André

• Voor gevorderden zijn deze oefeningen ook te vinden op pagina 190 edition 502c/e opus 63 (alleen uitgave Johann André).

• Een beperkt aantal noten oefen je ook door herhaling en variatie tijdens techniekstudie van problemen met technische passages die zich voordoen in een voordrachtstuken, etudes of orkeststudies.

Om deze Korte Oefeningen gestructureerd te studeren heb ik ze gerangschikt in het Studie-schema van week 1 t/m 91 (zie de linken in het menu van deze pagina). Ze staan in het Studie-schema als "Short Exercises" genoteerd.

Ons doel is de bewuste grepencombinaties steeds langer, sneller en zonder na te denken vol te kunnen houden onder voorwaarde van behoud van regelmaat, mooie klank en vloeiende overgang van de ene naar de andere toon in het legatospel.

Korte oefeningen, hoe werkt het...........

Een korte oefening bestaat dus meestal uit 6 of 8 tonen.

Door zo'n oefening te studeren ontwikkel je de fijne motoriek, de hersenen worden door deze techniekstudie geactiveerd om bewegingen automatisch uit te gaan voeren waardoor je tijdens het spelen van deze grepen-combinaties niet meer hoeft na te denken over de grepen en houding.

Door automatisering van de grepencombinaties is het mogelijk geworden om andere activiteiten tegelijkertijd erbij te doen.

Voordat je bepaalde bewegingen automatisch kunt uitvoeren dienen een aantal stadia doorlopen te worden:

• De oefening van een grepencombinatie moet in het eerste stadium zodanig langzaam uitgevoerd worden dat het mogelijk is bewust te zijn van alle nodige spierspanning, van alle bewegingen en snelheid van die bewegingen en dat je controle hebt over houding en plaatsing van je lichaam/armen/handen/vingers. Maak in dit stadium een gedetailleerde voorstelling van datgene waarmee je bezig bent door het tempo zeer laag te houden.

• In het tweede stadium beheers je globaal de grepencombinatie. Je oog hoeft nu niet meer op iedere individuele noot te vallen om foutloos te spelen en je hoeft ook niet meer tot in detail na te denken over aspecten zoals goede houding van lichaam/armen/handen/vingers. Het tempo kan nu opgevoerd worden, je gedachten richten zich enkel op de essentiele onderdelen. Verval je in oude houdings fouten, ga dan terug naar het eerste stadium. In dit tweede studie-stadium pas je de verschillende ritme en articulatie variaties toe ritme-variaties 8 tonen ; ritme-variaties 6 ; articulatie-variaties Door deze ritme variaties wordt ervoor gezorgd dat bepaalde bewegingen binnen de korte oefening sneller moeten worden uitgevoerd en juist andere bewegingen binnen de korte oefening in hetzelfde langzamere tempo blijven. Hierdoor heb je steeds een prikkelende periode en een herstel periode in één oefening. Herhaal de 8 of 6 tonen van de oefening in het gekozen ritme of articulatie variant tot je adem op is. Neem een korte pauze en doe dit nog eens drie of vier keer. Je voelt de spieren in je vingers moe worden. Speel de oefening geconcentreerd, uit je hoofd, zonder haperingen en verleg je grenzen: hoelang kan ik zonder fouten spelen, kan ik het een dag later ook in een iets sneller tempo zolang volhouden. Gebruik een metronoom om je tempo vast te leggen. Door varaties in ritme en articulatie te studeren benader je dezelfde grepencombinaties steeds vanuit een andere invalshoeken wat het latere automatiseringsproces bevordert.

• In het derde stadium kan de oefening van de grepencombinatie geautomatiseerd uitgevoerd worden, de bewegingen gaan haast vanzelf en controle van het oog is bijna niet meer nodig. Speel, loop door je kamer, herhaal de oefening en denk aan iets anders, iets leuks, vakantie? Wat blijkt: je kunt naast deze oefening nog een andere activiteit doen. Er komt ruimte om aandacht te besteden aan een mooie toon, aan muziek te maken.

• In het vierde studie-stadium train je het uithoudingsvermogen van de spieren van de vingers nog verder. Maak de vingers echt moe. Maak slappe vingers krachtiger maar speel niet krampachtig. Maak de vingers nog onafhankelijker van elkaar. Maak een automatisme van gecorrigeerde houdingen van lichaam/armen/handen /vingers.

Doorloop de 4 bovengenoemde stadia voor elke Korte Oefening opnieuw iedere dag en bij haperingen. Je merkt dat je de stadia dan steeds korter kunt doorlopen.

Het week-studie-schema kun je downloaden in het menu. b.v. studie-schema week 1 t/m 14. om de Korte oefeningen in de praktijk gestructureerd te studeren.

Gebruik een metronoom om je tempo vast te leggen en te noteren. Studeer niet van hak op de tak maar studeer steeds gerichte oefeningen, houd daarvoor het Studie-schema aan. Begin in dat Studie-schema na bijvoorbeeld 7 weken gerust weer eens vooraan bij week 1. Het is geen wedstrijd om dat schema zo snel mogelijk af te krijgen.

Sommige mensen bewegen onbewust op teveel momenten met hun klarinet. Ze volgen de grotere muzikale lijnen teweinig. Door toepassing van variatie in ritme (8 of 6 tonen) worden zwaartepunten verlegd waardoor negatief afleidende bewegingen van het lichaam worden geminimaliseerd.

Alle ritme-variaties voor oefeningen met 8 of 6 tonen.

Download en gebruik deze ritmevariaties bij het boek opus 63 deel 502b (uitgave André) of 2nd edition (uitgave Fischer, aanbevolen)

Het is handig iedere regel uit de Korte Oefeningen van Baermann te nummeren.

De Korte Oefeningen zijn te vinden in de methode van Carl Baermann opus 63 deel 502b (uitgave André) of 2nd edition (uitgave Fischer, aanbevolen):

Inhoud

nr. 6 nr. 17 nr. 29 nr. 51

pagina 190 opus 63 deel 502c/e (alleen uitgave André)

Klank en Legato in Korte Oefeningen

Bij studie van de Korte Oefeningen is het behoud van een mooie klank en vloeiend legato belangrijk. Als een bepaalde toon door een verkeerde techniek niet aanspreekt, stagneert dat het snel achter elkaar spelen van tonen omdat de volgende toon te laat aanspreekt. De belangrijke 3 technische klarinet onderdelen waar je altijd aan moet werken zijn: adem, embouchure en stand van de vingers/hand. Juist tijdens de Korte Oefeningen kun je de goede houding van je vingers en hand trainen en automatiseren door de steeds herhalende bewegingen.

Keuze van tempo In Minimal Klarinet Oefeningen

Kies bij haperingen altijd een langzamer tempo waarbij controle van de bewegingen mogelijk is zodat het beoogde resultaat bereikt wordt. Kies een nieuw, langzamer tempo als je met de volgende oefening start. Noteer je succes-metronoomcijfer zodat je de volgende keer vanaf dat cijfer kunt starten.

30633

Door toonladderstudie wordt je klarinettechniek sterk verbeterd. Er is een manier deze studie aantrekkelijk voor je te maken: ga het beroemde toonladderboek van Baermann studeren en pas variaties toe op de oefeningen die erin staan. Je boekt dan de volgende resultaten:

6. Je leert echt snel klarinet te spelen in alle registers.

7. Je leert de juiste tonen te spelen en te herkennen die bij alle verschillende toonladders drieklanken en vierklanken horen.

8. Je leert in een constante puls een wisselend aantal tonen regelmatig te spelen, het gevoel voor ritmiek en regelmaat.

9. Je leert uit je hoofd te spelen.

10. Je leert te articuleren.

11. Je leert staccato.

12. Je leert over de hele omvang van je klarinet te spelen. Elke dag wordt je geconfronteerd met hoge tonen. Ze worden zo doende een gewoonte voor je.

13. Je leert het gevoel te krijgen voor aanpassing van embouchure in alle registers en daarmee de zuiverheid te zoeken.

14. Je leert wennen aan het wisselen tussen de verschillende toonsoorten.

15. Je leert het verband tussen toonladders, drieklanken of vierklanken binnen een toonsoort. Je krijgt het gevoel van samenhang tussen tonen.

16. Je leert en automatiseert vaste patronen uit toonsoorten die je ook tegenkomt in etudes en voordrachtstukken.

Toepassing toonladderoefeningen

Toonladder-, drie- en vierklank-fragmenten komen veelvuldig in etudes en voordrachtstukken voor. Door toonladder-, drie- en vierklanken te studeren/te automatiseren heb je deze techniek direct paraat. Dit vormt de basis voor het snel spelen en reageren. Je bouwt door die studie een bagage van klarinetvaardigheden op die je nodig hebt om een vrij gevoel te krijgen tijdens je klarinetspel. Het geeft je de gelegenheid je meer op de muzikale expressie te richten als je etudes en voordrachtstukken speelt. Bovendien ontneemt het bezit van toonladder-, drie- en vierklank vaardigheden je stress bij optredens.

Het beroemde Toonladderboek

Ook Carl Baermann was overtuigd van het nut van studie van toonladder-, drie- en vierklanktechnieken en schreef daarom het beroemdste toonladderboek ooit voor klarinettisten, opus 63 edition 502C/E (uitgave André) of ook een andere uitgave zoals 3th division (uitgave Fischer, aanbevolen) of de uitgebreide Hofmeister uitgave.

Saaie toonladders......

Voor de meeste klarinettisten lijkt het studeren van toonladders een saaie bezigheid. Ze zien het nut er niet van in, beginnen er wel aan maar houden het niet lang vol doordat er geen studie-structuur aan gegeven wordt. Klarinettisten hebben in tegenstelling tot bijvoorbeeld strijkers geen traditie op dit gebied. Buig die tegenzin om naar een gevoel van uitdaging. Bestudeer op de goede manier het toonladderboek van Baermann door het de duidelijke structuur van studeren te geven en ritmische variatie van de oefeningen toe te passen. Houd dat een paar jaar vol en profiteer van de voordelen. Als je eenmaal gewend bent is het heus geen straf er iedere dag aan te studeren. Goede coaching van je docent zou een geweldige stimulans en eigenlijk noodzaak zijn.

Opbouw Toonladderboek

• No.1 van het toonladderboek is een toonladder-oefening en drieklank-oefening in alle voorkomende toonsoorten.

• No.2 is weer een andere oefening ook in alle opeenvolgende toonsoorten

• enz.

Het is niet praktisch en aantrekkelijk om het toonladderboek vanaf het begin tot het einde in pagina-volgorde te bestuderen.

Voorstel:

• Gebruik de onderaan deze pagina afgebeelde week-studie-schema's (klik, download en print) lopende vanaf week 1 tot en met week 90. Of klik hierop.

• Pas bij iedere oefening in het week-studie-schema zoveel mogelijk verschillende ritmische en articulatie en andere variaties toe. Bekijk hiervoor onderaan deze pagina de Inhoud van het Toonladderboek die ik gemaakt heb (klik, download en print). Of klik hierop.

• Als je 30 weken per jaar werkt aan deze techniekstudie ben je drie jaar bezig het studieschema te voltooien. Je kunt er bijvoorbeeld ook voor kiezen de oefenstof van een week langer te laten duren: 2 weken of een maand... logischerwijs vermeervoudigd dan de totale tijd die dan nodig zult hebben om het gehele Toonladderboek door te werken.

Ritmische variatie

Ritmische variatie op één toonladder- of drieklankoefening zorgt ervoor dat dezelfde klarinet-techniek van verschillende kanten benaderd wordt. Dit werkt zeer positief op de coördinatie van hersens en spieren.

Uit je hoofd

Als je de toonladderoefeningen uit het boek een aantal keren gezien en gespeeld hebt, is het de bedoeling ze uit het hoofd te spelen, je wordt dan niet afgeleid door het notenschrift en kunt dan makkelijker de ritmische variaties toepassen. Neem de oefeningen niet letterlijk uit het toonladderboek: als de "hoogste" toon bijvoorbeeld nog niet goed gaat, speel die dan nog niet.

Metronoom

De metronoom is bij deze oefeningen een onmisbaar apparaat. Noteer het metronoomcijfer waarin je variaties op een bepaald moment kunt spelen. Door boven de oefening het metronoomgetal en de datum te noteren kun je jezelf op een later tijdstip verbeteren door een hoger cijfer te kiezen. Zorg ervoor dat je de goede tempi neemt waarin je in alle registers van de klarinet zonder haperingen kunt spelen. Noem regelmatig notennamen op. Speel de oefeningen zonder te blazen, vooral boven C3 is dat nuttig.

Maak ritme-variaties door verschillende aantallen tonen te kiezen in een vaste puls (bv kwartnoot=60)

Deze ritmische varaties zijn alleen toepasbaar bij toonladders waaronder ook de chromatische toonladder en niet bij de drie- en vierklanken. zie de foto Door het tempo van de puls (de tel) constant te houden en het aantal tonen in die puls telkens op te voeren, moeten de tonen sneller achter elkaar gespeeld worden. Je krijgt gevoel voor verschillende aantallen tonen op één tel (b.v. achtsten, triolen, zestienden, quintolen, sextolen enz.). Er is dus sprake van een strakke opbouw in trapsgewijze snelheid van de tonen. Praktisch is om de hoogste toon slechts enkel te spelen. Gevoel voor puls en ritme is meestal een achtergebleven element van het muciseren in vergelijking met de beheersing van andere onderdelen van het muziek maken. Deze oefening van constante tel met wisselend aantallen gekozen noten in die tel, is de basis voor het toepassen van puls en ritme. Tijdens de techniek-studie kan het gevoel hiervoor op deze manier geautomatiseerd worden.

Nog meer variatie

Maak dynamische verschillen (speel bijvoorbeeld ook eens heel zacht). Verdubbel (tot zelfs drie of vier keer) één enkele toon, om uithoudingsvermogen van de tong te trainen als staccato oefening.

Beginnende Klarinet leerlingen

In de methode "Die fröhliche Klarinette" deel 1 t/m 3 wordt er al uitgebreid aandacht geschonken aan toonladderstudie, zo raak je er op jonge leeftijd al aan gewend.

Weekschema's

voor studeren uit Baermann's Klarinetten Schule:

Maak aantekeningen in Baermann's toonladderboek zoals datum, soort variatie en cijfer van metronoom.

Speel alle No. uit het toonladderboek uit je hoofd, speel niet letterlijk wat in het boek staat, als het maar logisch klinkt in die toonsoort. Neem dus met het uit je hoofd spelen een bepaalde vrijheid en gebruik de oefeningen als leidraad en controle.

Speel over de gehele omvang van je instrument (wat qua hoogte binnen je mogelijkheden ligt) door in een toonladder naar een hoge toon toe te spelen en vervolgens af te dalen naar de laagste toon op je klarinet waarna weer een kort stukje omhoog naar de tonica om daarop te eindigen.

Voor toepassingen van variaties is het praktischer de hoogst gekozen toon in de toonladderoefeningen No. 1 enkel te spelen. Zo komt een doorgaande lijn tot stand.

Inhoud

Baermann´s Toonladderboek (met alle mogelijke variatie-voorbeelden):

Toonladders No. 1 Begin en eindig de oefeningen op de tonica (de grondtoon van een toonsoort).

Lang gebroken drieklanken No. 1

Kort gebroken drieklanken No. 2

Gebroken drieklanken No.4½

Gebroken toonladders No. 4

Omkerende toonladders No. 5½

Chromatische toonladders No. 1 Begin en eindig de oefeningen op de tonica (de grondtoon van een toonsoort).

Lang gebroken verminderde septiem akkoorden No. 3

Lang gebroken septiem akkoorden No. 6

Kort gebroken septiem akkoorden No. 6

Tertsen toonladders No. 8

Sexten toonladders No. 9

Oktaven oefeningen No. 10

Kort gebroken verminderde septiem akkoorden No. 3

Gebroken verminderde septiem akkoorden No. 5

Droge nuttige oefening voor de coördinatie van hersens en spieren.

Leg je hand neer met gebogen vingers. Geef jezelf steeds opdrachten om 2 (of 3) willekeurig vingers tegelijk op te tillen. Doe dit zowel met linker als met rechter hand.